Instelwielen
De vermogensstanden en de tijdfuncties kunnen ingesteld
worden door de instelwielen te draaien.
De instelwielen zijn uitneembaar. Dit maakt de reiniging
eenvoudiger.
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool
kookzones gaat aan. De kookplaat is klaar om te werken.
Uitschakelen: Druk op het symbool
de kookzones uitgaat. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones voldoende
afkoelen.
Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld
zodra alle kookzones meer dan 10 seconden uitgeschakeld
zijn.
De kookzone instellen
Met de instelwielen wordt de gewenste vermogensstand
ingesteld.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
22
#
. De indicator
‹
van de
#
totdat de indicator
‹
van
De instelwielen kunnen ook verwijderd worden terwijl de
kookzone in werking is. De kookzones gaan na 3 seconden uit.
Op de visuele indicator wordt de restwarmte-indicator
getoond.
Indien het instelwiel opnieuw wordt geplaatst tijdens de
werking, dan kan dit opnieuw worden geprogrammeerd.
Plaats het instelwiel in de ruimte met de blinkende zwarte kleur
naar beneden.
De instelschijven bewaren
De instelschijven zijn magnetisch. Houd de instelschijven uit de
buurt van magnetische gegevensdragers, zoals bijv.
videobanden, diskettes, credit cards en kaarten met
magneetstroken. Deze kunnen anders beschadigd raken.
Daarnaast kunnen zich storingen voordoen bij
televisietoestellen en monitors.
Aanwijzing: De instelschijven zijn magnetisch. Metalen deeltjes
die zich aan de onderkant vastzetten, kunnen krassen
veroorzaken op het glaskeramiek en de frontlijst. Maak de
instelschijven altijd goed schoon.
Selecteer de kookzone en de vermogensstand
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
Draai het instelwiel van de gewenste kookzone totdat op de
visuele indicator de gewenste vermogensstand oplicht.
De kookzone is ingeschakeld.
Wijzigen van de vermogensstand
Selecteer een nieuwe vermogensstand met het instelwiel.
De kookzone uitschakelen:
Draai het instelwiel totdat
wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
‹
weergegeven wordt. De kookzone
œ
/
•