Voor Een Veilige Werking - Maxx 20573 Mode D'emploi

VOOR EEN VEILIGE WERKING

1. Gebruik nooit een kettingzaag wanneer u vermoeid, ziek of boos, of onder de invloed van
medicatie die kan maken u slaperig bent, of onder invloed van alcohol of drugs.
2. Gebruik veiligheidsschoeisel, nauwsluitende kleding en oog-, gehoor- en hoofdbescherming.
3. Wees altijd voorzichtig bij het hanteren van brandstof. Bij morsen veeg af en verplaats de
kettingzaag ten minste tien (10) voet (drie (3)m) vanaf het brandpunt voordat u de motor start.
3. a) Elimineer alle bronnen van vonken of vlam (dwz roken, open vlammen of werk dat vonken
kan veroorzaken) in de gebieden waar brandstof wordt gemengd, gegoten of
opgeslagen.
B) niet roken tijdens het hanteren van brandstof of tijdens het bedienen van de kettingzaag.
4. Sta geen personen toe in de buurt van de kettingzaag bij het starten van de motor of
het snijden van hout. Houd omstaanders en dieren uit het werkgebied. Kinderen, huisdieren
en omstaanders moeten minimaal dertig (30) meter afstand houden als u start of de
kettingzaag bedient.
5. Zorg ervoor dat het gebied waarin u zaagt vrij is van obstakels.
6. Houd de kettingzaag altijd stevig vast met beide handen wanneer de motor draait.
Gebruik een stevige grip met duim en vingers die handvatten van de kettingzaag
omklemmen.
7. Houd alle delen van uw lichaam uit de buurt van de zaagketting wanneer de motor draait.
8. Voordat u de motor start, moet u ervoor dat de kettingzaag niets raakt.
9. Draag de kettingzaag altijd met de motor uit, het zaagblad en zaagketting aan de
achterzijde, en de uitlaat weg van je lichaam.
10. Inspecteer de kettingzaag altijd voor elk gebruik op versleten, losse of vervangbare
onderdelen. Gebruik nooit een kettingzaag die beschadigd, onjuist afgesteld of niet volledig
en veilig geassembleerd is. Zorg ervoor dat de zaagketting niet meer beweegt wanneer de
gashendel losgelaten is.
11. Elk onderhoud anders dan in de handleiding vermeld moet worden uitgevoerd door een
erkende dailer.
12. Zet de motor altijd af voordat u de kettingzaag op de grond plaatst.
13. Gebruik uiterste voorzichtigheid bij het snijden van kleine takken en struiken. De zaag kan
hierdoor blokkeren en vooruit getrokken worden.
14. Wees voorzichtig bij het zagen van een tak onder spanning.
15. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie- of brandstofmengsel.
16. Bedien de kettingzaag alleen in goed geventileerde ruimtes. De kettingzaag nooit starten of
gebruiken in een gesloten ruimte of gebouw.
Uitlaatgassen bevatten gevaarlijke Koolmonoxide.
17. Gebruik geen kettingzaag in een boom tenzij je speciaal opgeleid bent om dit te doen.
18. Bescherm je tegen terugslag. Kick back is de opwaartse beweging van het zaagblad die
optreedt wanneer de neus van de zaagketting in contact komt met een object.
Kick back kan leiden tot verlies van controle van de kettingzaag.