met de 6 zeskantschroeven M 6x40 en de schijven A 6,4
aan de behuizing.
Trek alle schroeven vast aan.
Montage transportwielen
1. Monteer de wielas (5) met de twee zeskantschroeven (M 6
x 30) en breng de spieën aan.
Zeker de spieën tegen eruit vallen, doordat u de
2
einden van de spieën met een tang ombuigt en schuif de
schijven (Ø 15,5) op de wielas.
3. Schuif de wielen (6) en de schijven op de wielas. Zeker de
wielen met de borgpennen (7).
96
Laat het toestel na de montage ten minste één uur lang
rechtop staan, alvorens u het toestel inschakelt. Zo kan zich het
onthouden koelmiddel weer zetten.
O
p
s
t
e
l
l
e
n
v
a
n
O
p
s
t
e
l
l
e
n
v
a
n
Plaatsing
De luchtontvochter dient, zo ver dit mogelijk is, midden in de
ruimte te worden geplaats, zo dat een goede luchtcirculatie in
de gehele ruimte wordt behaalt.
Is dit niet mogelijk, moet de luchtontvochter zo worden
geplaatst dat de lucht ongestoord aangezogen en uitgeblazen
kan worden.
De minimale afstand tot de wand moet 10 cm bedragen.
Stel de luchtontvochter
horizontaal op, opdat het gecondenseerde water
ongestoord kan afvloeien.
niet in de buurt van een warmtebron (bv een radiator).
Houdt rekening ermee dat ramen en deuren in de te
ontvochten ruimte gesloten zijn.
Netaansluiting
Vergelijk de op het typeplaatje van het toestel vermelde
spanning, bv 230 V / 50 Hz met de netspanning en sluit de
luchtontvochter aan het desbetreffend en reglementair
stopcontact aan.
Maak gebruik van een stopcontact: netspanning 230 V met
veiligheidsschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
Netzekering
10 A
I
n
g
e
I
n
g
e
Vóór ingebruikname
Heeft u de luchtontvochter liggend of schuiner dan 45°
getransporteerd?
d
e
l
u
c
h
t
o
n
t
v
o
c
h
t
i
g
e
d
e
l
u
c
h
t
o
n
t
v
o
c
h
t
i
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
r
r