V
ENTILATORSNELHEID EN LUCHT-
STROOMRICHTING INSTELLEN
Druk op
om de ventilatorsnelheid te selecteren.
Als u de knop indrukt, wijzigt de ventilatorsnelheid in de
volgende volgorde:
(AUTO)
(Stil)
(Laag)
• Wanneer de binnenunit wordt ingesteld op AUTO, zijn twee korte piep-
tonen te horen.
• Gebruik een hogere ventilatorsnelheid om de ruimte sneller te koelen
of verwarmen. U wordt aangeraden de ventilatorsnelheid te verminde-
ren als de ruimte koel/warm is.
• Gebruik een lagere ventilatorsnelheid voor stil gebruik.
Opmerking:
Multisysteemfunctie
Als verscheidene binnenunits tegelijkertijd ruimtes verwarmen, is het mogelijk
dat de luchtstroomtemperatuur laag is. Wij raden u in dit geval aan de ventila-
torsnelheid op AUTO in te stellen.
Druk op
om de luchtstroomrichting te selecteren.
Als u de knop indrukt, wijzigt de luchtstroomrichting in
de volgende volgorde:
(AUTO)
(1)
(2)
• Wanneer de binnenunit wordt ingesteld op AUTO, zijn twee korte pieptonen te horen.
Luchtstroomrichting
(AUTO) .........De schoep wordt ingesteld op de meest effi ciënte luchtstroom-
richting. COOL/DRY: horizontale stand. HEAT: stand (5).
(Manual) .......Selecteer de bovenste stand voor COOL/DRY en de onderste
stand voor HEAT voor een efficiënt gebruik van de aircondi-
tioner. Als de onderste stand tijdens COOL/DRY wordt gese-
lecteerd, verplaatst de schoep zich na een half uur tot een uur
automatisch naar de horizontale stand om te voorkomen dat
er condens gaat druppelen.
(Swing) .........De schoep beweegt met tussenpozen omhoog en omlaag.
■ De horizontale luchtstroomrichting wijzigen.
Verplaats de verticale schoep handmatig voordat u de unit start.
(Medium) (Hoog) (Superhoog)
(3)
(4)
(5)
(SWING)
I-
SAVE-BEDIENING
1
Druk terwijl het apparaat zich in de stand COOL,
ECONO COOL of HEAT bevindt op
i-save te selecteren.
2
Stel de temperatuur, de ventilatorsnelheid en de lucht-
stroomrichting in.
• Door op
te drukken wordt de eerstvolgende keer dat u de aircon-
ditioner gebruikt, dezelfde instelling geselecteerd.
• U kunt twee groepen instellingen opslaan. (Een voor COOL/ECONO
COOL, een voor HEAT)
• Selecteer de juiste temperatuur, ventilatorsnelheid en luchtstroomrich-
ting voor uw ruimte.
• Normaal gesproken is de minimum temperatuurinstelling in de stand
HEAT 16°C. Tijdens de i-save-bediening is de minimum temperatuur-
instelling echter 10°C.
Druk opnieuw op
nuleren.
• De i-save-bediening wordt ook geannuleerd wanneer de MODE-toets
wordt ingedrukt.
i-save-bediening
Met een vereenvoudigde terugzetfunctie kunt u door een keer op de
te drukken de voorkeursinstelling (vooraf ingesteld) oproepen. Druk de toets
opnieuw in en u gaat meteen terug naar de vorige instelling.
Gebruiksvoorbeeld:
1. Lage-energiestand
Stel de temperatuur 2°C tot 3°C warmer in de stand COOL en kouder in de
stand HEAT.
Deze instelling is geschikt voor een ongebruikte ruimte en als u slaapt.
2. Veelgebruikte instellingen opslaan
Sla uw voorkeursinstelling voor COOL/ECONO COOL en HEAT op. Zo kunt
u uw voorkeursinstelling met een enkele druk op de knop selecteren.
Opmerking:
Als u het multisysteem MXZ-8A140 gebruikt, kunt u de temperatuur niet op
10°C instellen. Zelfs als de temperatuur op 10°C is ingesteld, functioneert de
airconditioner op 16°C.
om de stand
om de i-save-bediening te an-
-toets
Du-5