Montagehandleiding
Neem alle losse onderdelen uit de verpakking, leg deze op de grond
en bruto controleer aan de hand van de montageen staps of alle on-
derdelen aanwezig zijn. Hierbij moet er op worden gelet dat een aan-
tal onderdelen rechtstreeks met het onderstel zijn verbonden en voor-
gemonteerd zijn. Bovendien zijn enkele andere losse delen ook al tot
eenheden samengevoegd.
Hierdoor kunt het apparaat gemakkelijker en sneller monteren.
Stap1 :
Montage van de voet (2+3) aan het basisframe (1).
1. Monteer de voorste poot (2) met de vooraf gemonteerde transportrol-
len (23) op het onderstel (1). Gebruik daarvoor 2 bouten M8x55 (13), tus-
senringen 8//25 (14) en dop moeren (15).
2. Monteer de achterste poot (3) met de schroef voor hoogte-compen-
satie (25) op het onderstel (1). Gebruik daarvoor 2 bouten M8x55 (13); tus-
senringen 8//25 (14) en dop moeren (15).
Na de montage kunt u kleine oneffenheden van de vloer compenseren
door aan de weelen eind kappen (25) te draaien.
Het apparaat moet zo worden opgesteld, dat het tijdens de training niet uit
zichzelf beweegt.
Stap 2:
Montage van de zadel (8) en de zadel steunbuis (6).
1. Bevestigd u het zadel (8) met de zadelhouder op de zadelglijder (7)
en schroeft u deze in de gewenste positie vast.
2. Legt de zadelglijder (7) in de houder aan het zadel steunbuis (6) en be-
vestigd u deze in de gewenste horizontale positie met de snelsluiting (11).
3. Plaats de zadelbuis (6) in de bijbehorende buis van het onderstel (1).
Stel de gewenste positie in en borg deze door de bout met L-snelsluiting
(22) te plaatsen en vast te draaien.
(Let op! Om de L-snelsluiting (22) in te kunnen draaien moeten het draad-
eind in het basisframe (1) en één van de gaten in de zadelsteunbuis
(6 tegenover elkaar staan. Verder moet erop worden gelet dat de zadel-
steunbuis (6) niet via de gemarkeerde, maximale instelpositie uit het ba-
sisframe worden getrokken. De instelling van de zadelsteunbuis kan la-
ter naar believen worden gewijzigd. Daarvoor hoeft de L-snelsluiting (22)
slechts enkele omwentelingen (niet helemaal uitdraaien!) losgedraaid te
worden, de dop van de sluiting van het basisframe weggetrokken en de
zadelsteunbuis verschoven te worden. Voor de instelling van de nieuwe
positie de dop weer loslaten en evt. de zadelsteunbuis iets heen en weer
bewegen tot de snelsluiting vergrendelt. Daarna de nieuwe instelling bor-
gen door de L-snelsluiting (22) vast te draaien).
Stap 3:
Montage van het stuur (5) en de stuursteunbuis (4).
1. De stuur (5) in richting naar de hiervoor voorziene steunbuis (4) leiden
en zodanig uitlijnen dat de gaten van de stuurinrichting en van de steun-
buis van de stuurinrichting overeenstemmen. Plaats de computerhouder
(28) aan de bowense twee gaten. De bouten (12) allemaal voorzien van
een veerring (16) en door de gaten in de stuur (5) en computerhouder (28)
steken, in de schroefdraadgaten van het stuursteunbuis (4) draaien tot ze
stevig vastzitten.
2. Schuif de lageren stuur afdekking (10B) op het stuursteunbuis (4).
Plaats de stuursteunbuis (4) in de bijbehorende buis van het onderstel (1).
Stel de gewenste positie in en borg deze door de bout met L-snelsluiting
(22) te plaatsen en vast te draaien.
3. Daarna plaats de bowense stuur afdekking (10A) op de stuursteunbuis
(4) en schroef vast mit de schroeven (18).
31