7. Montage en aansluiting
a) Behuizing openen
• Trek het smalle deksel aan de zijkant (B) naar voor in
uw richting, dit is alleen maar ingestoken.
• Klap het deksel (A) voorzichtig naar boven.
• Draai de vier schroeven (C) met een geschikte
kruiskopschroevendraaier uit.
• De voorzijde met het bedienveld kan uitsluitend vanaf
de behuizingsbodem worden opgeklapt; verwijder het
deksel (A) tussen de beide behuizingshelften.
Via twee rubberen stroken blijven beide behuizingshelf-
ten met elkaar verbonden.
b) Montage
• De onderkant van de behuizing kan met drie geschikte schroeven en evt. plugs
aan een verticale wand worden gemonteerd. Leg eerst de aansluitleidingen,
indien nodig.
De enig toegelaten montagepositie is aan een verticale wand, deksel
(A) moet naar boven kunnen worden geopend.
• Doorsteek de behuizing op de overeenkomstige plaatsen met een scherp voor-
werp, zie cirkelmarkeringen en pijlen in de afbeelding rechts. Maak het gat
slechts zo groot dat de door u gebruikte schroef kan worden doorgestoken.
• Voor u de schroeven door de drie openingen steekt en vastdraait, moet op elke
van de schroeven telkens een van de meegeleverde kleine rubberen dichtin-
gen worden gestoken.
Zorg er bij het boren of vastschroeven voor, dat er in de wand geen kabels/
leidingen beschadigd worden.
• Bevestig tot slot de meegeleverde kabeldoorvoeringen (2x groot, 1x klein) in de
overeenkomstige openingen van de behuizing.
62
C
A
C
C
B
C