Vlaams
Drogen en opslaan
Hout heeft tijd nodig om te drogen. Hout dat als brandstof wordt gebruikt, moet min-
stens twee jaar drogen voor een optimale verbranding.
Hier zijn enkele tips:
• Houd hout gezaagd, gespleten en gestapeld in een luchtige, zonnige locatie bescher-
md tegen regen (zuidkant van het huis is ideaal).
• Laat voor een goede verluchting voldoende ruimte tussen de op elkaar gestapelde
rijen
• Dek de houtstapels niet af met plastic, want dat belet het hout om goed te drogen.
• Het is nuttig de brandhout twee of drie dagen vóór gebruik binnen in huis te leggen
Automatische regeling van de verbrandingslucht (CleverAIR™)
Deze kachel is uitgerust met een zelfstandige en zelfregelende luchtklep.
Daarom is er geen klephandvat aanwezig. Er mag alleen droog hout in de haard worden
gelegd en aangestoken.
De CleverAIR™-techniek doet de rest.
Primaire lucht is de verbrandingslucht die naar de primaire verbrandingszone wordt toe-
gevoerd, d.w.z. de gloeilaag van de brandstof. Deze lucht, die koud is, wordt enkel tijdens
de aansteekfase gebruikt.
Secundaire lucht is de lucht toegevoegd aan de lucht uit de verbrandingskamer, d.w.z. de
lucht die deel uitmaakt van de pyrolyse (voorverhitte lucht, voor reinigen van de ruit van
de kachel en verbranding). Deze lucht wordt geïnjecteerd via de luchtregelklep en voorver-
hit via het zijkanaal. Vervolgens wordt deze lucht gebruikt om het glas te reinigen. Deze
warme lucht stroomt langs het glas en houdt het vrij van roet.
De tertiaire lucht achter en boven in de verbrandingskamer (2 gatenrijen) garandeert dat
de laatste gasresten verbranden voordat deze de schoorsteen in worden gevoerd.
De geleidingsmondstukken bevinden zich zowel in de bodem van de achterplaat als
vooraan in de verbrandingskamer (de vuurhaard). Zij zorgen er mee voor dat de gloeilaag
altijd zuurstof krijgt een een hoge temperatuur behoudt. Zij zorgen voor een snelle opstart
na het bijvullen en verminderen het risico op het uitdoven van het vuur.
CleverAIR™ zorgt in elke brandfase voor een optimaal luchtmengsel en een zuivere
verbranding. Dankzij het bi-metale automatische verbrandingssysteem in een verkeerde
bediening uitgesloten.
Ventilatie
Er mag geen afzuiginstallatie/afzuigkap (keuken) in hetzelfde vertrek als de kachel zijn ge-
plaatst, omdat dat tot gevolg kan hebben dat de kachel in die ruimte rookgassen afgeeft.
De kachel heeft voor een veilige en doeltreffende werking steeds voldoende lucht nodig.
Er kan in het vertrek een permanente luchttoevoer voor de verbrandingslucht van de ka-
chel worden geïnstalleerd (zie het hoofdstuk over het Air-systeem).
Deze luchttoevoer mag onder geen beding tijdens bedrijf zijn gesloten.
204
attika
RAIS/
- Gebruikershandleiding voor Q-BE