1.) Verbind de positieve (rode) HD-batterijklem met de
positieve batterijpool (POS, P, +).
2.) Verbind de negatieve (zwarte) HD-batterijklem met
de negatieve batterijpool (NEG, N, -) of het chassis van
de wagen.
3.) Maak de klemmen na het starten los in de
omgekeerde volgorde: verwijder eerst de negatieve klem
(of de positieve in geval van positief geaarde systemen).
Starten.
1.) Controleer de spanning en samenstelling van de
batterij.
2.) Controleer of de HD-batterijklemmen met de correcte
batterijpolen verbonden zijn.
3.) Verbind de HD X Connector met de GB20.
4.) Zorg ervoor dat alle stroomgebruikers van het voertuig
(koplampen, radio, airconditioning, enz.) uitgeschakeld
zijn alvorens het voertuig te proberen starten.
5.) Druk op de 'Power'-toets om het starten te beginnen.
Alle leds zullen knipperen om aan te geven dat ze
allemaal correct werken. Als de startbatterij correct
is verbonden met de voertuigbatterij, zal de witte
'Boost'-led oplichten. Als de batterijklemmen fout zijn
aangesloten, zal de rode 'Error'-led oplichten. Draai de
verbindingen om om deze fout recht te zetten. De witte
'Boost'-led licht nu op. Als de witte Boost-led oplicht, is
de GB20 klaar om uw voertuig te starten.
6.) Probeer het voertuig te starten. De meeste voertuigen
zullen onmiddellijk starten. Bij sommige voertuigen moet
de GB20 echter tot 30 seconden lang aangesloten zijn
voor het voertuig start. Als het voertuig niet onmiddellijk
start, wacht dan 20 tot 30 seconden en probeer het
nogmaals. Probeer het voertuig nooit meer dan vijf (5)
keer na elkaar te starten binnen een periode van vijftien
(15) minuten. Laat de GB20 vijftien (15) minuten rusten
alvorens het voertuig opnieuw te proberen starten.
86