Controleer voordat u begint het vol-
gende:
•
er bevinden zich geen onbevoeg-
den en geen dieren in het valge-
bied (A) van de boom;
•
is er een obstakelvrije ontsnap-
pingsroute voor alle betrokkenen.
Mensen trekken zich terug (B) in
een hoek van 45° tegenover de
richting van de val;
•
het gebied rond de stam vrij is van
obstakels (kans op struikelen!);
•
de volgende werkplek is ten minste
tweeëneenhalve boomlengte ver-
derop. Voorafgaand aan het vellen
de boom, controleert u de richting
waarin de boom zal vallen en zorgt
u ervoor dat er zich geen objec-
ten, personen of dieren binnen
een afstand van 2½ boomlengte
bevinden.
2.
3-5 cm
Een boom wordt in twee fasen geveld:
1. Snijd de stam in voor ca. een derde
van de diameter aan de zijde van
de valrichting.
2. Zaag aan de andere kant iets hoger
dan de inkeping (3–5 cm).
Gevaar! Zaag de stam nooit
helemaal door. Het gedeelte
(C) wordt gebruikt als een "schar-
nier" en zorgt voor een vaste rich-
ting van de val. Ga bij het vellen
alleen aan de zijkant van de te vel-
len boom staan! Er bestaat een ri-
sico van levensbedreigende ver-
wondingen!
Stammen die plat op de grond liggen
Zaag de stam tot halverwege, draai
vervolgens om en zaag er vanaf de
andere kant doorheen.
Ondersteunde stammen
•
1.
ca. 45°
•
C
ca.
1 / 10
ø
We bevelen u aan door te zagen
stammen te ondersteunen op zaag-
bokken. Als dit niet mogelijk is, moet
de stam worden opgetild en onder-
steund met behulp van de ondersteu-
nende takken of steunblokken.
1.
3.
Waarschuwing!
doorzagen van de stam mag
het zaagblad de grond niet raken!
In gedeelte A zaagt u eerst ca.
een derde van de stamdiame-
ter van boven naar onder; zaag
vervolgens de gehele stam van
onder naar boven door.
In gedeelte B zaagt u eerst ca.
een derde van de stamdiameter
van onder naar boven; zaag ver-
volgens vanaf boven geheel door.
A
2.
Bij
het
B
75
S