die 3 standen heeft: rechtsdraaiend,
linksdraaiend en middelste stand. De
draairichting wordt aangegeven op de
uiteinden van de richtingschakelaar.
De draairichting mag alleen worden
gewijzigd wanneer de trekker uitgetrokken
is en de spindel volledig tot stilstand is
gekomen. Probeer de richtingschakelaar
nooit te bedienen terwijl de spindel
roteert. Wanneer de richtingschakelaar
in de middelste stand staat, is de trekker
vergrendeld.
4.
Controleer de draairichting altijd vóór
gebruik.
5.
Laat de trekker zo snel los dat het tikkend
geluid van het slagmechanisme hoorbaar
is.
LET OP!
•
Het product verliest aan vermogen zodra
de batterij begint leeg te lopen.
•
Een lagere spindelsnelheid geeft een
lager aandraaimoment.
LOSMAKEN VAN WIELMOEREN / -
SCHROEVEN
LET OP!
Gebruik altijd een dop met de correcte
grootte. Een ongeschikte dopmaat leidt tot
beschadiging van de moer/schroefkop.
1.
Verwijder een eventuele wieldop.
2.
Zet de richtingschakelaar in de stand voor
linksdraaiend. Houd het product stevig
vast met beide handen en plaats de dop
op de moer/schroefkop. Druk de trekker
helemaal in. Het product begint te werken
en maakt de schroefverbinding los.
BELANGRIJK!
Laat de trekker onmiddellijk los zodra de
schroefverbinding begint los te komen.
3.
Herhaal dit voor alle wielmoeren/-
schroeven. Til het voertuig op volgens
de aanwijzingen in dit handboek, zodat
het wiel van de grond loskomt en de
schroefverbinding helemaal loskomt.
AANHALEN VAN WIELMOEREN / -
SCHROEVEN
LET OP!
Gebruik altijd een dop met de correcte
grootte. Een ongeschikte dopmaat leidt tot
beschadiging van de moer/schroefkop.
1.
Haal de moer/schroef eerst enkele malen
handmatig aan om verkeerd inschroeven
te vermijden. Plaats vervolgens de dop op
de moer/schroefkop.
2.
Zet de richtingschakelaar in de stand
voor rechtsdraaiend. Houd het product
stevig vast met beide handen en plaats
de dop op de moer/schroefkop. Druk de
knijpgreep in.
3.
Haal alle moeren/schroeven aan tot
ze net in contact komen met de velg,
maar haal niet verder aan. Wanneer
alle moeren/schroeven gemonteerd
zijn, haalt u ze kruiselings aan door de
trekker helemaal in te trekken en het
slagmechanisme 3-4 keer te laten slaan.
Draai niet te strak aan.
4.
Voltooi het aanhalen altijd met een
momentsleutel. Laat het voertuig zakken
vóór het definitief aanhalen, zodat het
wiel daarbij niet draait. Haal alle moeren/
schroeven aan tot het koppel dat de
voertuigconstructeur opgeeft.
VARIABEL TOERENTAL
De snelheid kan worden gestuurd door de
trekker meer of minder in te drukken.
NL
55