Nederlands
4. Haal de stekker van het netsnoer van de acculader
uit het stopcontact.
5. Houd de acculader stevig vast en trek de accu eruit.
OPMERKING
U moet de accu na het laden uit de acculader halen en
op een veilige plek bewaren.
LET OP
○ Als de accu wordt opgeladen terwijl deze warm is
omdat de accu langere tijd op een plaats lag die werd
blootgesteld aan direct zonlicht of omdat de accu zojuist
is gebruikt, kan het controlelampje van de acculader
1 seconde lang oplichten, dan 0,5 seconde niet oplichten
(0,5 seconde uit). In dat geval moet u de accu eerst laten
afkoelen voordat u met opladen begint.
○ Mocht het controlelampje knipperen (elke 0,2 seconde),
controleer dan op vuil in de accuaansluiting van de
acculader en verwijder het vuil als dat het geval is.
Is er geen sprake van vuil, dan is mogelijk de accu of
acculader defect. Breng deze dan naar een offi cieel
servicecentrum.
○ Aangezien de ingebouwde microcomputer ongeveer 3
seconden nodig heeft om vast te stellen dat de accu die
met de acculader wordt opgeladen eruit is genomen,
moet u minimaal 3 seconden wachten voordat u de
accu opnieuw in de acculader plaatst om het opladen
te hervatten. Als u de accu terugplaatst voordat er 3
seconden zijn verstreken, is het mogelijk dat de accu
niet juist wordt opgeladen.
Voor het
opladen
Tijdens het
opladen
Laad
indicatielamp
(ROOD/
BLAUW/
GROEN/
Opladen
PAARS)
klaar
Oververhitting
uit (standby)
Opladen
onmogelijk
Tabel 3
Aanduidingen van het laadindicatielampje
Licht ongeveer 0,5 seconde op. Licht
Knippert
niet op ongeveer 0,5 seconde lang.
(ROOD)
(0,5 seconde lang uit)
Licht ongeveer 0,5 seconde op. Licht
Knippert
ongeveer 1 seconde niet op. (uit voor
(BLAUW)
1 seconde)
Licht ongeveer 1 seconde op. Licht
Knippert
niet op ongeveer 0,5 seconde lang.
(BLAUW)
(0,5 seconde lang uit)
Licht op
Blijft branden
(BLAUW)
Blijft branden
Licht op
(GROEN)
(Continu zoemer geluid: ongeveer 6
seconden)
Licht ongeveer 0,3 seconde op. Licht
Knippert
niet op ongeveer 0,3 seconde lang.
(ROOD)
(0,3 seconde lang uit)
Licht ongeveer 0,1 seconde op. Licht
ongeveer 0,1 seconde niet op. (0,1
Knippert
seconde lang uit)
snel
(PAARS)
(Intermitterend zoemer geluid: ongeveer
2 seconden)
○ Als het controlelampje niet rood knippert (elke seconde),
terwijl het snoer van de acculader wel van stroom
wordt voorzien, is dit een indicatie dat mogelijk het
beveiligingscircuit van de acculader is geactiveerd.
Ontkoppel het snoer of de stekker en sluit vervolgens
weer aan na ongeveer 30 seconden. Als het
controlelampje nu nog niet rood gaat knipperen (1
keer per seconde), moet u de lader naar een bevoegd
servicecentrum van HiKOKI brengen.
<UC18YSL3>
6. Opladen
Wanneer er een accu in de acculader wordt gedaan, zal
het controlelampje blauw knipperen.
Wanneer de accu volledig is opgeladen, zal het
controlelampje groen oplichten. (Zie Tabel 3)
(1) Aanduiding van het controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 3, al naar gelang de toestand van
de accu of de acculader.
58
Aansluiten op de stroombron.
Batterijcapaciteit is onder de
50%
Batterijcapaciteit is onder de
80%
Batterijcapaciteit is meer dan
80%
De accu is oververhit. De accu
kan niet opgeladen worden. (Het
opladen wordt hervat wanneer
de accu is afgekoeld).
Er is iets mis met de accu of met
de acculader