CAPTELEC S 7010 Mode D'emploi page 22

S 7010 /
CCS701-12
₋ Controleer de werking van de onderste beschermingsveer. Als de bescherming en de veer niet correct werken,
moeten ze onderhouden worden voor gebruik. De onderste bescherming kan langzaam werken omdat er
onderdelen beschadigd zijn, door afzetting van rubber of vuil.
De onderste bescherming dient enkel voor de speciale sneden manueel ingetrokken worden, zoals de «dompel- en
₋
hoeksneden». Breng de onderste bescherming omhoog door de handgreep in te trekken en laat de bescherming
los zodra het mes in het materiaal dringt. Voor alle andere zaaghandelingen, moet de onderste bescherming
automatisch werken.
Waak er altijd over dat de onderste bescherming het zaagblad afdekt vooraleer de zaag op een werkblad of op de
₋
vloer te plaatsen. Een zaagblad dat niet vrij kan draaien zal de zaag achteruit doen lopen en alles zagen wat hij op
zijn weg vindt. Hou rekening met de tijd die het zaagblad nodig heeft om tot stilstand te komen nadat de
schakelaar losgelaten wordt.
Extra veiligheidsvoorschriften
Raak de afvoerleiding van het zaagsel niet aan met de handen, om u niet te verwonden.
₋
₋ Werk nietmet de zaag boven het hoofd. Zo hebt u niet voldoende controle op het elektrisch gereedschap.
₋ Gebruik een geschikte detector om te bepalen of de elektrische lijnen, gas- of waterleiding aanwezig zijn in de
werkzone. Het contact met de elektrische lijnen kan brand en elektrische schokken veroorzaken. De schade
veroorzaakt door de gasleiding kan een explosie veroorzaken.
Laat het elektrisch gereedschap niet werken als het stilstaat. Het is niet ontworpen om te werken met een
₋
zaagtafel.
₋ Gebruik geen zaagbladen van staal HSS (supersnel staal). Dergelijke zaagbladen kunnen makkelijk breken.
₋ Zaag niet in ijzerhoudend metaal. De roodverhitte spaanders kunnen het vrijgekomen stof doen vlam vatten.
Zet het stuk veilig. Een stuk vastgezet met klemmen of in een werkblad zit steviger vast dan manueel zou kunnen.
₋
Wacht altijd tot de machine volledig tot stilstand gekomen is vooraleer hem neer te zetten. Het opgezette
₋
gereedschap kan vast komen te zitten en leiden tot verlies van controle van het elektrisch gereedschap.
₋ Open de batterij niet. Gevaar voor kortsluiting.
Bescherm de batterij tegen warmte, vb. sterk en continu zonlicht, vuur, water en vocht. Gevaar voor ontploffing.
In geval van beschadiging of verkeerd gebruik van de batterij, kunnen dampen vrijkomen. Verlucht de ruimte en
₋
raadpleeg een arts in geval van klachten. De dampen kunnen de ademhalingswegen irriteren.
Gebruik de batterij enkel met uw product. Deze maatregel beschermt de batterij tegen gevaarlijke overspanningen.
₋
De batterij kan beschadigd worden door puntige voorwerpen zoals nagels of schroevendraaiers of van kracht
₋
uitgeoefend van buitenaf. Een interne kortsluiting kan optreden en de batterij kan doorbranden, roken, ontploffen
of oververhitten.
Veiligheidsvoorschriften relatief aan elektrische producten in het algemeen
1. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor een huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat alleen op de manier
aangegeven in deze gebruiksaanwijzingen.
2. Vooraleer het apparaat aan te sluiten, zorg ervoor dat de elektrische spanning van uw woning overeenkomt met
die aangegeven op het kenplaatje van het apparaat.
3. Om elektrische schokken te voorkomen, mogen de voedingskabel, de stekker of een ander deel van de inrichting
nooit ondergedompeld worden in water of een andere vloeistof.
4. Raak de stekker of het apparaat niet aan wanneer u natte handen hebt.
5. Trek de stekker altijd uit het stopcontact na elk gebruik en laat het apparaat afkoelen vooraleer te reinigen, op te
bergen of te verplaatsen.
6. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt, moet u altijd de stekker vasthouden en niet aan de kabel zelf
trekken.
7. Wanneer u het apparaat gebruikt, moet u de voedingskabel volledig afrollen om te voorkomen dat het apparaat
oververhit raakt.
8. Gebruik het apparaat niet als de stekker of de voedingskabel beschadigd zijn, bij een storing of indien het apparaat
in het water terecht gekomen of gevallen is.
9. Probeer het apparaat nooit zelf te repareren maar breng het naar een servicecentrum of een gekwalificeerd
reparateur.
10. De voedingskabel moet regelmatig gecontroleerd worden om schade uit te sluiten. Is de kabel beschadigd, dan
moet hij vervangen worden door een gekwalificeerd reparateur, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
11. Gebruik het apparaat altijd op een droog oppervlak.
12. Laat de voedingskabel niet van de rand van een tafel of werkblad hangen en vermijd contact met warme
oppervlakken.