OBJ_BUCH-1311-004.book Page 32 Thursday, September 12, 2013 1:56 PM
32 | Nederlands
De lithiumionaccu kan op elk moment worden opgeladen zon-
der de levensduur te verkorten. Een onderbreking van het op-
laden schaadt de accu niet.
De accu is voorzien van een thermische beveiliging (NTC) die op-
laden alleen in het temperatuurbereik tussen 0 °C en 45 °C toe-
laat. Daardoor wordt een lange levensduur van de accu bereikt.
Accu-oplaadindicatie
Als de inspectiecamera ingeschakeld is, wordt in het display
5 de oplaadtoestand van de accu weergegeven:
Indicatie
Capaciteit
>1/2
< 1/2
Reserve
Accu verwijderen
Als u de accu 10 wilt verwijderen, drukt u op de ontgrende-
lingsknoppen 11 en trekt u de accu naar achteren uit de in-
spectiecamera. Forceer daarbij niet.
Camerakabel monteren (zie afbeelding A)
Voor het gebruik van de inspectiecamera moet de camer-
akabel 6 op het handapparaat 1 gemonteerd worden.
Steek de camerakabel 6 zodanig op de camera-aansluiting 14
dat de pen van de camerakabel zoals afgebeeld in de uitspa-
ring van de camera-aansluiting grijpt. Schuif de huls 13 van de
camera-aansluiting over de camerakabel en schroef deze
handvast in de richting van de wijzers van de klok.
Als u de camerakabel 6 wilt verwijderen, schroeft u de huls 13
tegen de richting van de wijzers van de klok los en trekt u de
camerakabel los.
Verlenging camerakabel monteren (toebehoren)
Als u een camerakabelverlenging 12 wilt monteren, moet u de
aanwezige camerakabel 6 verwijderen.
Zet de verlenging 12 zoals in „Camerakabel monteren" be-
schreven op de camera-aansluiting 14 en schroef deze vast.
Indien nodig kunt u op dezelfde wijze meer verlengingen mon-
teren. Vanaf een totale lengte (incl. camerakabel) van ca.
10 m wordt de beeldkwaliteit echter slechter.
Schroef de camerakabel 6 op de laatste verlenging 12 zoals in
„Camerakabel monteren" beschreven.
Controleer of de camerakabel en de verlengingen vast
verbonden zijn. Alleen bij een vaste verbinding zijn came-
rakabel en verlenging waterdicht. Niet sluitende verbindin-
gen verhogen het risico van een elektrische schok of be-
schadiging van de inspectiecamera.
Spiegel, magneet of haak monteren
(zie afbeelding B)
De spiegel 17, de magneet 15 en de haak 16 kunnen als hulp-
middel op de camerakop 7 worden gemonteerd.
Schuif een van de drie hulpmiddelen zoals afgebeeld tot aan
de aanslag op de uitsparing van de camerakop 7.
1 609 92A 0B4 | (12.9.13)
Opmerking: De magneet 15 en de haak 16 zijn alleen ge-
schikt voor het bewegen en verwijderen van loszittende klei-
ne en lichte voorwerpen. Als er te hard wordt getrokken, kun-
nen de inspectiecamera of het hulpmiddel beschadigd raken.
Externe beeldweergave aansluiten
(zie afbeelding C)
U kunt het beeldsignaal van de inspectiecamera overdragen
op een externe monitor die het standaard NTSC-videosignaal
kan weergeven.
Steek de zwarte stekker van de meegeleverde videokabel 19
in de video-uitgang 18 van de inspectiecamera. Sluit de vi-
deokabel op een passende monitor aan.
Lees de gebruiksaanwijzing van de externe monitor en neem
de voorschriften in acht.
Gebruik
Bescherm het handapparaat 1 en de accu 10 tegen
vocht en fel zonlicht. Camerakabel, camerakop en verlen-
ging zijn bij juiste montage tot 10 m diepte waterdicht. Het
handapparaat en de accu zijn echter niet tegen water be-
schermd. Bij contact met water bestaat het risico van een
elektrische schok of beschadiging.
Stel de inspectiecamera niet bloot aan extreme tempe-
raturen of temperatuurschommelingen. Laat deze bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat de inspectie-
camera bij grote temperatuurschommelingen eerst op de
juiste temperatuur komen voordat u deze in gebruik neemt.
Gebruik de inspectiecamera niet als de lens op de ca-
merakop 7 beslagen is. Schakel de inspectiecamera
pas in als het vocht verdampt is. De inspectiecamera kan
anders beschadigd raken.
Ingebruikneming
Accu plaatsen
Gebruik alleen originele Bosch-lithiumionaccu's met
de op het typeplaatje van de inspectiecamera aangege-
ven spanning. Het gebruik van andere accu's kan tot licha-
melijk letsel en brandgevaar leiden.
Opmerking: Het gebruik van niet voor de inspectiecamera
geschikte accu's kan tot functiestoringen of beschadiging van
de camera leiden.
Zet de opgeladen accu 10 in de greep tot deze merkbaar vast-
klikt en vlak op de greep aansluit.
In- en uitschakelen
Als u de inspectiecamera wilt inschakelen, drukt u op de
aan/uit-toets 3. In het display 5 wordt het door de camerakop
7 opgenomen beeld weergegeven.
Als u de inspectiecamera wilt uitschakelen, drukt u opnieuw
op de aan/uit-toets 3.
Als er ca. 20 minuten geen toets op de inspectiecamera wordt
ingedrukt, wordt het meetgereedschap automatisch uitge-
schakeld om de accu te ontzien.
www.geooptic.ru
Bosch Power Tools