MF1
5 Beschrijving van de werking
De voor het lasproces benodigde media lasstroom, beschermgas, koelmiddel en uitblaaslucht worden door de
hoofdaandrijving MF1 geleid en naar de toorts verder geleid. De interfaces naar de toorts en het slangenpakket zijn op de
toepassingsspecifieke vereisten afgestemd. De hoofdaandrijving MF1 wordt met een robothouder op de robot of de
veiligheidsschakelaar bevestigd. De vier-rollen-aandrijving voert de draad met een constante draadsnelheid door. Hierbij
neemt de hoofdaandrijving de werking over. De draad kan met behulp van een MasterLiner direct worden toegevoerd
dan wel via een tweede, exact op de hoofdaandrijving afgestemde subaandrijving. Deze is bijvoorbeeld in de M-Drive,
MF1-Rear of een stroombron geïntegreerd.
1
8
7
1
Interface snelkoppeling
2
Hoofdaandrijving MF1 met encoder
werkelijke waarde draad
3
Slangenpakketkoppeling
Afb. 2
Beschrijving van de werking
6 Inbedrijfstelling
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht opstarten
Voor de totale duur van onderhouds-, service-, montage-/demontage- en reparatiewerkzaamheden moet het volgende in
acht worden genomen:
• Schakel de stroombron uit.
• Sluit de gas- en koelmiddeltoevoer af.
• Sluit de persluchttoevoer af.
• Schakel de totale lasinstallatie uit.
• Verbreek alle elektrische aansluitingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneuzingen
Naar binnen trekken en kneuzen van handen door draaiende wielen.
• Geen draaiende wielen aanraken.
BAL.0508.0 • 2018-08-08
2
6
4
Snelkoppeling
5
Aansluiting stuurkabel motor 16-polig
6
Aansluiting stuurkabel encoder werkelijke
waarde draad 4-polig
5 Beschrijving van de werking
7
Interface WH
®
8
Interface ABIROB
W
NL - 9
3
4
5