NL
2.3 Het toestel aansluiten
OPgeLeT
Sluit altijd de elektrische voeding af (stroomonderbreker + stuurdraad) voor u
tot aansluiting overgaat.
De technische kenmerken van het toestel staan op het kenplaatje.
Neem hiervan kennis vóór de installatie en bij al uw vragen aan de after-sales-
service.
De aansluiting op het stroomnet dient te worden uitgevoerd met inachtneming
van het volgende:
• de op het kenplaatje aangeduide spanning;
• de gebruikelijke kleuren:
– bruin: fase
– blauw of grijs: nul
– zwart: stuurdraad
AANSLUITPRINCIPE MET STUURDRAAD:
Uw toestel is uitgerust met een stuurdraad waarmee het verbonden kan worden
met een programmeercentrale met stuurdraad (niet meegeleverd).
Indien de stuurdraad niet is aangesloten, dient deze uit het oogpunt van
veiligheid te worden geïsoleerd. De stuurdraad mag in geen geval op de aarding
worden aangesloten.
N (blauw of grijs)
L (bruin)
Stuurdraad (zwart)
5
IP: beschermingsklasse van het toestel tegen het
binnendringen van vaste stoffen en tegen spatwater
Tijdens de installatie in acht te nemen spanning en
vermogen
Toestelspecificatie
Klasse II: dubbele isolatie
OF: fabricagenummer
Fabrikant code
Nul
Fase
Stuurdraad (centrale)
LeT OP:
Aangezien uw toestel is voorzien van een geïntegreerd elektronisch
regelsysteem, wijzen wij elke aansprakelijkheid af voor gebruik met een
programmeercentrale met stuurdraad die werkt door uitschakeling van de
voedingsspanning
(raadpleeg
de
programmeercentrale). Indien het toestel geen instructies ontvangt, zal het
toestel, als het in de AUTO-modus staat, in de COMFORT-modus gaan werken.
Dit duurt totdat de programmeercentrale een nieuwe modus doorzendt.
AANSLUITPRINCIPE ZONDER STUURDRAAD:
N (blauw of grijs)
L (bruin)
Stuurdraad (zwart)
NL
gebruiksaanwijzing
van
uw
Nul
Fase
51