7 Aandrijfwiel
8 Veiligheidshendel
9 Bedieningspaneel
10 Basistoestel met motor
11 Pulpcontainer
12 Dop voor de vulopening
13 Deksel met vulopening voor de mixbeker
14 Mixbeker
Voorbereidingen voor de sappers
(zie Afb. A)
Voor de montage, zie ook de afbeeldingen op
pagina 3.
1. Plaats het apparaat zodanig, zodat de schake-
laar naar u toe wijst.
2. Kantel de veiligheidshendel naar rechts.
3. Verbind de pulpcontainer aan de linkerkant. In
de volgende stap wordt deze verzekerd met
de hals van de centrifuge-omhulzing.
4. Verbind de centrifuge-omhulzing bovenop het
basistoestel. Het basistoestel heeft een inke-
ping. Hier moet de mond van de centrifuge-
omhulzing geplaatst worden.
WAARSCHUWING gevaar op snijwon-
den! De centrifugezeef is scherp!
5. Plaats de centrifugezeef op het aandrijfwiel.
Druk naar beneden. Het klikt vast op het
aandrijfwiel.
6. Controleer de centrifugezeef! Voel onder de
rand van de zeef. Deze moet met enige druk
niet loskomen.
7. Plaats het transparante deksel. Het bedekt de
pulpcontainer volledig.
Opmerking
Uw apparaat is uitgerust met een veiligheids-
schakelaar (4). Deze voorkomt dat de motor
per ongeluk start. Controleer de correcte
plaatsing van alle onderdelen, de centrifuge-
zeef en het transparante deksel.
8. Sluit de veiligeheidshendel over het transpa-
rante deksel.
9. Plaats de kan voor sap rechts van het appa-
raat.
10. Let erop dat de bedieningsknop op "OFF"
staat.
Elektrische aansluiting
• Voordat u de stekker in het stopcontact steekt,
controleer of de te gebruiken netspanning
overeenkomt met die van het apparaat. U vindt
de benodigde informatie op het typeplaatje.
• Sluit het apparaat alleen op een correct geïn-
stalleerd en geaard stopcontact van
220 - 240 V~ 50 Hz.
Bediening van de sappers
Scherm
Uw automatische sapper is uitgerust met een
scherm waarop u de
schakelaarinstellingen
kunt alezen. Het is het
beste zichtbaar als u er
recht opkijkt.
Schakelaarinstellingen
• Druk op de "P"-knop om de motor meteen op
maximale snelheid aan te zetten.
• Draai de bedieningsknop van "OFF" naar "ON"
om de motor op stand 1 aan te zetten.
• Werking wordt bovendien aangetoond met een
teken.
• Gebruik de bedieningsknop om één van de
9 standen te selecteren.
Welke stand te gebruiken voor welk fruit?
Raadpleeg hiervoor het volgende overzicht.
Tomaten, Meloenen
1 - 2
Pruimen, Peren (zacht), Perziken,
2 - 4
Mango's (gepeld), Kiwi's (gepeld)
2 - 4
4 - 6
Sinaasappels (gepeld)
6 - 8
Komkommer
Ananas (gepeld), Peren (hard),
9
Wortels, Selderij, Appels
• Was het fruit voor verwerking.
• Snij het fruit in stukjes zodat het door de vulope-
ning past.
15