Nederlands
12.3.3.1 Video
Stream-type
Selecteer het streamtype voor de camera. Selecteer „Main Stream (normaal)" voor de opnemen en live-
aanzicht met goede bandbreedte. Selecteer „Sub-Stream" voor live-aanzicht met begrensde bandbreedte.
Resolutie
Stel hier de resolutie van de videogegevens in. Afhankelijk van het cameramodel kunt u kiezen tussen
1280*720P; 1280*960; 1920*1080P.
Bitratetype
Geeft de bitrate van de videostream aan. De videokwaliteit kan afhankelijk van de bewegingsinstensiteit
hoger of lager uitvallen.U kunt kiezen tussen constante en variabele bitrate.
Max. beeldfrequentie
De beeldfrequentie van de videostream wordt op een bepaalde waarde vast ingesteld. Stel de max. bitrate
tussen 32 en 16384 Kbps in. Een hogere waarde komt overeen met een hogere videokwaliteit, maar
vereist ook een grotere bandbreedte.
Videokwaliteit
Dit menupunt is alleen beschikbaar, als u een variabele bitrate heeft geselecteerd. Stel hier de
videokwaliteit van de videogegevens in.De videokwaliteit kan afhankelijk van de bewegingsintensiteit
hoger of lager uitvallen. U kunt kiezen tussen zes verschillende videokwaliteiten, „Minimum", „Lager",
„Laag", „Midden", „Hoger" of „Maximum".
Beeldfrequentie
Geeft de beeldfrequentie in beelden per seconde weer.
Videocodering
Selecteer een standaard voor de videocodering. U kunt kiezen tussen H.264, MPEG-4 en MJPEG.
Klik op „Opslaan" om de instellingen over te nemen.
179