Azimutale montage
Bij de azimutale montage zorg je ervoor, dat je je telescoop op- en neer en naar links en rechts kunt
bewegen, zonder het statief te verstellen. Met behulp van de azimutale vergrendeling en de schroeven
voor de fi jnafstelling van de hoogte kun je je telescoop vastzetten, om een voorwerp te fi xeren (d.w.z.
vast in het blikveld te hebben). Met behulp van de hoogte-fi jnafstelling beweeg je de telescoop lang-
zaam op en neer. En als je de azimutale vergrendeling losmaakt, kun je hem ook naar links en recht
draaien.
Voordat je kunt beginnen
Voordat je je telescoop kunt gebruiken, moet je de zoekverrekijker en de telescoop zelf op elkaar
afstemmen. Je moet de zoekverrekijker zo instellen, dat je hier hetzelfde door ziet als door het oculair
van de telescoop. Alleen zo kun je bij je observaties de zoekverrekijker gebruiken om de plaats waar
iets zich bevindt grof te bepalen en het voorwerp daarna uitvergroot door het oculair van de verrekijker
te bekijken.
Zoekverrekijker en telescoop op elkaar afstemmen
Kijk door het oculair (15) van de telescoop en richt hem op een goed zichtbaar object (bijv. een kerkto-
ren) op enige afstand. Stel het beeld scherp met de scherpteregeling (7) zoals in Fig. 7a getoond.
Belangrijk: Het object moet in het midden van het blikveld van het oculair te zien zijn.
Tip: Draai de fi xeerschroeven van de hoogte-fi jnafstelling en de verticale as los, om de telescoop naar
rechts en links of naar boven en beneden te kunnen bewegen. Als je het object goed in het blikveld
hebt, kun je de fi xeerschroeven weer vastdraaien, om de positie van de telescoop te fi xeren. Nu ga
je door de zoekerverrekijker kijken. Je ziet het beeld van het object waar je op hebt gericht nu in een
draadkruis. Het beeld staat ondersteboven.
Opmerking: Het beeld dat je door de zoeker ziet, staat op de kop, omdat het beeld door de optiek
wordt omgedraaid. Dat is normaal en geen fout.
Als het beeld dat je door de zoekverrekijker heen ziet, niet precies midden in het draadkruis staat (Fig.
7b), draai je aan de afregelschroeven van de zoekverrekijker (3). Draai net zolang aan de schroeven,
tot het beeld in het midden van het draadkruis staat (Fig. 7c). Als je nu door het oculair (15) kijkt, moet
je hetzelfde beeld hebben als wanneer je door de zoekverrekijker kijkt (dat natuurlijk ondersteboven
staat).
Belangrijk: Pas wanneer beide beelden gelijk zijn, zijn de zoekverrekijker en de telescoop goed op
elkaar afgestemd.
TIPS voor reiniging
• Reinig de lenzen (oculair en/of objectief) alleen met een zachte en pluisvrije doek (b. v. microvezel).
Druk niet te hard op de doek om het bekrassen van de lens te voorkomen.
• Om sterke bevuiling te verwijderen kunt u de poetsdoek met een brillenreinigingsvloeistof bevochti-
gen en daarmee de lens poetsen zonder veel kracht te zetten.
• Bescherm het toestel tegen stof en vocht! Laat het toestel na gebruik – zeker bij hoge luchtvochtig-
heid – enige tijd op kamertemperatuur acclimatiseren zodat alle restvocht geëlimineerd wordt.
30