Helling van flitserromp instellen
(zie ook de afbeelding in de binnenkant van de achterflap)
De romp van de flitser kan dankzij een schar-
nier in de flitservoet worden gekanteld. Er zijn
vier vergrendelingsstanden:
- 0° / "liggend" op de camera
Eerste stand voor korte afstand, ook voor het
vervoer
- 20°
Tweede stand voor korte afstand
- 40°
Normale stand (apparaat flitst in richting van
de optische as)
- 90° / romp verticaal
Stand voor indirect flitsen (schuin omhoog)
Opmerkingen:
• De beide standen voor korte afstanden
leiden tot uitlichtzones op verschillende
afstanden. In de 0° stand dient u er, bijv.
met proefopnamen, voor te zorgen dat er
geen schaduwvorming door het objectief is.
• Door indirect flitsen met de 90° stand
wordt het onderwerp zachter uitgelicht en
wordt uitgesproken schaduwvorming ver-
zacht. Bovendien wordt het natuurlijke licht-
verval van de voor- naar de achtergrond
afgezwakt.
• Let er bij het kantelen van de flitserromp op
dat deze in de 90° stand vastklikt, zodat er
geen direct licht van de reflector op het
onderwerp kan vallen.
• Om kleurzwemen in de opnamen voorko-
men, moet het reflecterende oppervlak
kleurneutraal of wit zijn.
113