Afbeelding 2:
Hoofdbeluchtingsschuif.
1
88
lemaal door de schuif op de stand "+" te draaien. doe wat proppen papier of
aanmaakblokjes in de verbrandingskamer, steek ze aan en doe er wat klein, droog
hout bij (zie voor de eisen aan de brandstof: hoofdstuk d.3)
gebruik geen vloeibare brandstof zoals alcohol, petroleum, benzine etc.
om het vuur aan te steken
u kunt de vlam en de prestaties van de kachel regelen door de hoofdbeluchtings-
schuif te verstellen aan de hand van de s�mbolen + en – (zie afbeelding 2).
als u de kachel aanmaakt, zijn de schoorsteen en het rookkanaal nog koud,
waardoor het rookkanaal nog niet veel trekt. Zorg voor voldoende aan-
maaktrek door de eerste acht tot tien minuten de aslade een beetje, de laad-
deur een beetje en de hoofdbeluchtingsschuif maximaal open te laten staan.
na deze acht tot tien minuten brandt de kachel harder; doe er nu groter brandhout
op. sluit de aslade en de laaddeur van de kachel in de minimale openingsstand
sluit de laaddeur na nog eens 10 minuten helemaal. controleer het vuur. Zet de
hoofdbeluchtingsschuif nu dicht tot in de minimumstand en let er hierbij op dat
het vuur goed blijft branden (zie hoofdstuk d.1.1.).
G
TiJDEns nORMAAL gEBRUiK:
• Laat de hoofdbeluchtingsschuif in de minimumstand staan en let er hierbij
op dat het vuur goed blijft branden. dit zorgt voor een zo schoon mogelijk
verbrandingsproces en een zo hoog mogelijk rendement.
• Het stookvermogen en het rendement van de kachel variëren afhankelijk
van het soort hout en de hoeveelheid hout in de kachel.
• U kunt het vermogen van de kachel het beste regelen door de hoeveelheid
hout aan te passen
Ventileer het vertrek voldoende.
D.1 hOE KUnT U hERKEnnEn OF DE KAchEL gOED BRAnDT:
D.1.1 Een kachel die goed brandt
kenmerken van een kachel die goed brandt:
•
de vlammen zijn rustig
•
het hout verbrandt gelijkmatig
•
nadat de kachel zo'n 30 minuten heeft gebrand, is de rook vrijwel doorzichtig.
D.1.2 Een kachel die niet goed brandt
kenmerken van een kachel die niet goed brandt:
•
vlammen die bijna uitgaan
•
overmatige rookontwikkeling
•
roet op de ruit
D.2 DE KAchEL BiJVULLEn:
•
Schud het asrooster met het asverwijdermechanime (zie afbeelding 3).
•
Open de laaddeur met een hittebestendige handschoen (wordt niet meege-