14 Toets START/ STOP om het eenmalig afspelen
van een bericht M1 – M6 te starten of af te bre-
ken
15 Toetsen M1 – M6 om een geheugenplaats te
selecteren voor het opnemen of afspelen van
een bericht
16 Regelaar LEVEL om het afspeelvolume in te
stellen
17 Aansluitplaat voor montage aan de achterzijde
van de versterker
18 Jumper J1 om het uitgangsniveau in te stellen
(positie hi = +10 dB)
19 Schakelingang om het afspelen van het nood-
bericht (M6) in te schakelen; te verbinden met
de overeenkomstige verbindingskabel van de
versterker
20 Bijkomende audio-uitgang met een stereo -
signaal (is bij gebruik met versterkers van
MONACOR niet nodig)
21 Jumper PLAY MODE SELECTOR om de
afspeelmodus voor de berichten M1 – M6 te
selecteren
afspelen na het drukken op de toets
START/ STOP (14) of REPEAT/ STOP (13)
onmiddellijk (herhaald) afspelen bij het
selecteren van het bericht met de toet-
sen M1 – M6
22 Bijkomende ingang voor DCF77-radiokloksig-
nalen [bij gebruik van versterkers van MONA-
COR niet nodig, omdat de verbinding via de
klemmen van de aansluitplaat (17) gebeurt]
23 Connector voor de afstandsbediening via de
commandomicrofoon PA-1120RC, PA-6000RC
of PA-2500RC; te verbinden met de overeen-
komstige verbindingskabel van de versterker
24 Connector voor verbinding met de aansluitplaat
(17) via de bijgeleverde lintkabel
25 Connector voor de voedingsspanning en voor
de audio-uitgang; te verbinden met de overeen-
komstige verbindingskabel van de versterker
26 Led "Busy", licht op bij opnemen en afspelen
2 Veiligheidsvoorschriften
De module is in overeenstemming met alle relevante
EU-Richtlijnen en draagt daarom de
G
De module mag uitsluitend worden door een
gekwalificeerd persoon worden ingebouwd.
G
De module is alleen geschikt voor gebruik bin-
nenshuis. Vermijd druip- en spatwater, uitzonder-
lijk warme plaatsen en plaatsen met een hoge
vochtigheid (toegestaan omgevingstemperatuur-
bereik: 0 – 40 °C).
G
Schakel het apparaat met de ingebouwde
module niet in resp. trek onmiddellijk de stekker
uit het stopcontact wanneer:
1. de module, het apparaat of het netsnoer zicht-
baar beschadigd zijn,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat een
apparaat bijvoorbeeld gevallen is,
3. een apparaat slecht functioneert.
De module of het volledige apparaat moet in elk
geval hersteld worden door een gekwalificeerd
vakman.
G
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
ondeskundige montage, foutieve bediening of
van herstelling door een niet-gekwalificeerd per-
soon vervalt de garantie en de verantwoordelijk-
heid voor hieruit resulterende materiële of licha-
melijke schade.
Wanneer de module definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg ze dan voor mi-
lieuvriendelijke verwerking aan een plaat-
selijk recyclagebedrijf.
NL
B
-markering.
45