1. Gebruik de lexibele as (225) voor nauwkeurig precisie-
werk of moeilijk te bereiken plaatsen. ZIE PAGINA 7.
OPMERKING
Voor optimale prestaties laat u uw nieuwe lexibele
as vóór gebruik 2 minuten lang met hoge snelheid in
verticale positie op uw multigereedschap draaien.
2. Gebruik het Dremel-bewerkingsplatform (576) om
onder perfecte hoeken van 90 en 45 graden te schuren
en te slijpen. ZIE PAGINA 9.
3. Gebruik de Dremel-detailhandgreep (577) om nog
betere controle over uw multigereedschap te hebben.
ZIE PAGINA 8.
4. Gebruik het multifunctionele snijgeleiderhulpstuk
(565/566) voor gecontroleerd frezen in verschillende
materialen. ZIE PAGINA 10.
5. Gebruik de freesset voor verwijderen van muur- en
vloervoegen (568) voor het verwijderen van voegspecie
tussen muur- en vloertegels. ZIE PAGINA 11.
6. Gebruik de lijn- en cirkelfrees (678) voor perfecte gaten
en rechte uitfrezingen. ZIE PAGINA 12.
7. Gebruik het haakse hulpstuk (575) om accessoires
onder de juiste hoek te gebruiken voor moeilijk
bereikbare plaatsen. ZIE PAGINA 13.
8. Gebruik het Comfort Guard-hulpstuk om uzelf tegen
stof en vonken te beschermen. ZIE PAGINA 14.
EEN GOED BEGIN
GEBRUIK
De eerste stap bij het gebruik van het multigereedschap
is u vertrouwd maken met het gereedschap. Houd het
gereedschap in uw hand en voel het gewicht en de balans.
Voel de taps toelopende behuizing. Door dit tapse toelopen
kunt u het gereedschap bijna als een pen of potlood
vasthouden.
Houd het gereedschap altijd van uw gezicht af.
Accessoires kunnen worden beschadigd tijdens het gebruik
en kunnen uit elkaar spatten door het hoge toerental.
Bedek bij het vasthouden van het gereedschap niet de
ventilatieopeningen met uw hand. Blokkeren van de
ventilatieopeningen kan leiden tot oververhitting van de
motor.
BELANGRIJK! Oefen eerst op een stuk los materiaal om
te ervaren hoe het gereedschap onder hoge snelheid
reageert. Onthoud dat uw multigereedschap het beste
werk levert wanneer u de snelheid, samen met het juiste
Dremel-accessoire en -hulpstuk, het werk voor u laat doen.
Oefen indien mogelijk tijdens gebruik geen druk uit op
het gereedschap. Breng in plaats daarvan het draaiende
accessoire lichtjes omlaag naar het oppervlak van het
werkstuk en laat de punt daar contact maken waar u
wilt beginnen. Concentreer u op het geleiden van het
gereedschap over het werkstuk, met een lichte druk van
uw hand. Sta toe dat het accessoire het werk doet.
Over het algemeen kunt u het werk beter in verschillende
bewerkingsfasen voltooien dan in één enkele bewerking.
Een voorzichtige aanpak zorgt voor de beste controle en
vermindert de kans op fouten.
HET GEREEDSCHAP VASTHOUDEN
Voor de beste controle bij nauwkeurig werk moet u het
multigereedschap als een pen tussen duim en wijsvinger
houden. AFBEELDING 13
Het vasthouden als een golfclub is de beste methode
voor zwaardere bewerkingen zoals slijpen of snijden.
AFBEELDING 14
WERKTOERENTALLEN
Om de juiste snelheid voor een bepaalde klus te
selecteren, gebruikt u een stuk oefenmateriaal.
"AAN/UIT"-SCHUIFREGELAAR
U zet het gereedschap "AAN" met behulp van de schuif-
regelaar aan de bovenkant van de behuizing van de motor.
OM HET GEREEDSCHAP "AAN" TE ZETTEN, schuift u de
regelaar naar voren.
OM HET GEREEDSCHAP "UIT" TE ZETTEN, schuift u de
regelaar naar achteren.
KRACHTIGE MOTOR
Uw gereedschap is voorzien van een krachtige motor
in het rotatiegereedschap. Deze motor versterkt de
veelzijdigheid van het rotatiegereedschap door de
aandrijving van de extra Dremel-hulpstukken.
ELEKTRONISCHE FEEDBACK
Uw gereedschap is uitgerust met een intern elektronisch
feedbacksysteem dat een "soft start" levert waardoor de
belasting als gevolg van een te snel verhoogd toerental
wordt teruggebracht. Bovendien kan met behulp van dit
systeem de vooraf ingestelde snelheid vrijwel constant
worden gehouden bij nullast en vollast.
VARIABELE SNELHEIDSREGELING
Uw gereedschap is voorzien van een variabele
snelheidsregeling. De snelheid kan tijdens gebruik worden
aangepast door de snelheid vooraf op of tussen bepaalde
posities af te stellen .
De snelheid van het rotatiegereedschap stelt u in via deze
snelheidsregeling op de behuizing. AFBEELDING 12
Afstellingen voor globale toerentallen
Model 200
Schakelaarstanden
Laag
Hoog
Model 3000
Schakelaarstanden
1-2
3-4
5-6
7-8
9-10
Model 4000 en 4200
Schakelaarstanden
5
10
*15
20
25
30
33 (alleen 4000)
35 (alleen 4200)
* Zorg bij het gebruik van een draadborstel dat de grens
van 15.000 RPM niet wordt overschreden.
54
Toerentalbereik (RPM)
15.000
35.000
Toerentalbereik (RPM)
10.000-14.000
15.000-19.000
20.000-23.000
24.000-28.000
29.000-33.000
Toerentalbereik (RPM)
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
33.000
35.000