> Vóór het starten
Een luidspreker produceert geen geluid
0 Controleer of de polariteit van de luidsprekerkabels (_/
`) correct is en of geen onbeklede draden in contact met
het metalen deel van de luidsprekeraansluitingen staan.
0 Zorg ervoor dat de luidsprekerkabels niet kortsluiten.
0 Controleer of de luidsprekerverbindingen correct
uitgevoerd zijn. (P13) De instellingen voor de
verbindingsomgeving van de luidsprekers moeten
gemaakt worden in "1. Full Auto MCACC" in de Initial
Setup. (P20)
0 Afhankelijk van de bron en huidige luistermodus, kan
mogelijk niet veel geluid worden geproduceerd door de
surround speakers. Selecteer een andere luistermodus
om te kijken of geluid uitgegeven wordt.
De subwoofer produceert geen geluid
0 Bij het afspelen van bronmateriaal die geen informatie
bevat in het LFE-kanaal produceert de subwoofer geen
geluid.
Ruis is hoorbaar
0 Het gebruik van kabelklemmen om de RCA-kabels met
de netsnoeren, luidsprekerkabel, enz. samen te binden,
kan de audioprestaties doen afnemen, dus doe dit niet.
0 Een audiokabel vangt mogelijk storing op. Probeer uw
kabels te herpositioneren.
Het begin van audio die ontvangen wordt via HDMI kan
niet worden gehoord
0 Omdat er meer tijd nodig is om het formaat van een
HDMI-signaal te herkennen dan voor andere digitale
audiosignalen, kan audio-uitgang mogelijk niet
onmiddellijk starten.
Geluid wordt plotseling minder
0 Als de temperatuur binnenin het toestel gedurende lange
tijd een bepaalde temperatuur overschrijdt, kan het
volume automatisch verlaagd worden om de circuits te
beschermen.
> Namen van de onderdelen
∫ Luistermodussen
0 Om van digitaal surround-afspelen in formaten zoals
Dolby Digital te genieten, moet voor de audiosignalen
verbinding gemaakt worden via een HDMI-kabel, een
digitale coaxiale kabel of een digitale optische kabel. De
audio-uitgang op de verbonden Blu-ray Disc-speler, of op
een ander apparaat, moet op Bitstream uitgang gezet
zijn.
0 Druk enkele malen op de afstandsbediening op
weergave van dit toestel om te schakelen om het
ingangsformaat te controleren.
Controleer het volgende als bovenstaande het probleem
niet verhelpt:
Kan geen gewenste luistermodus selecteren
0 Afhankelijk van de verbindingsstatus van de luidspreker
kunnen sommige modi niet worden geselecteerd.
(P39)
Er is geen geluid met Dolby TrueHD, Dolby Atmos, DTS-
HD Master Audio en DTS:X.
0 Als u geen formaten zoals Dolby TrueHD, Dolby Atmos,
DTS-HD Master Audio of DTS:X kunt uitvoeren volgens
het formaat van de bron, probeer dan bij de instellingen
van de Blu-ray Disc-speler "BD video supplementary
sound" (of hercoderen, secundaire geluid, toegevoegde
audio voor video, enz.) op "Off" te zetten. Verander de
luistermodus van iedere bron, nadat de instelling
veranderd is, om te bevestigen.
0 Wij hebben de intentie ondersteuning te verlenen voor
het Dolby Atmos en DTS:X audioformaat via firmware-
updates voor dit toestel.
Over DTS-signalen
0 Met media die plotseling van DTS naar PCM schakelen,
kan het afspelen van PCM mogelijk niet in één keer van
start gaan. In dergelijke gevallen moet u uw speler
gedurende ongeveer 3 seconden lang stoppen en deze
> Installeren
> Begininstelling
om de
∫ Video
Controleer het volgende als bovenstaande het probleem
niet verhelpt:
Er is geen video
Er is geen beeld afkomstig van een bron die met een
HDMI IN-aansluiting verbonden is
> Afspelen
Extra informatie | Geavanceerde Setup |
het afspelen vervolgens weer laten hervatten.
0 Bij sommige CD- of LD-spelers, kunt u geen DTS-
materiaal behoorlijk afspelen, ook al is uw speler
aangesloten op een digitale ingang op de unit. Dit is
meestal omdat de DTS-bitstream is verwerkt (bijv.
uitgangsniveau, bemonsteringsfrequentie of
frequentierespons werd gewijzigd) en de unit het niet
herkend als een origineel DTS-signaal. In dergelijke
gevallen kunt u ruis te horen.
0 Bij afspelen van DTS-programmamateriaal, kan gebruik
maken van de pauzefunctie, snel vooruit- of snel
achteruit-functie op uw speler een kort geluid
produceren. Dit duidt niet op een defect.
0 Bevestig dat de verbinding tussen de uitgangsaansluiting
op het apparaat en de ingangsaansluiting op dit toestel
correct is.
0 Zorg ervoor dat geen van de aansluitkabels zijn
gebogen, gedraaid of beschadigd.
0 Wanneer het TV-beeld wazig of onduidelijk is, is het
mogelijk dat de voedingskabel of aansluitkabels van het
toestel interfereren. Houd in dat geval afstand tussen TV-
antennekabel en kabels van het toestel.
0 Zorg ervoor dat het schakeling van invoerschermen
correct aan de monitorzijde zoals een TV is.
0 Zet de ingangskeuzeschakelaar op dit toestel op de
positie van de terminal waarmee de speler verbonden is.
0 Om een video van de verbonden speler op de TV weer te
geven terwijl het toestel op stand-by staat, dient u
Overige
N
L
67