5.3 Bediening
Voorbereiding van het apparaat
•
Maak het apparaat voor het eerste gebruik grondig schoon in overeenstemming met
de aanwijzingen uit hoofdstuk 6.2 "Reiniging".
•
Leg de opzetroosters op de gewenste hoogte op de geleiders.
•
Steek de voedingskabel in een enkel, geaard stopcontact.
•
Schakel het apparaat in met behulp van de AAN/UIT-schakelaar op het
bedieningspaneel.
Opwarmen en warmhouden van gerechten
AANWIJZING!
•
Warm de vitrine op tot de gewenste temperatuur zonder water in de waterschaal
en zonder gerechten. Bij het opwarmen worden ook de ruiten en glazen deuren
opgewarmd. Hierdoor ontstaat er geen condenswater op de ruiten en glazen deuren
als u de gerechten in de vitrine plaatst.
•
Stel u de temperatuur in met behulp van de temperatuurregelaar binnen het bereik
van 30 ° C - 90 ° C.
•
Het oranje controlelampje voor verwarming dat zich naast de temperatuurregelaar
bevindt, gaat branden. Op het moment dat de ingestelde temperatuur wordt bereikt,
schakelt het verwarmingselement uit en het oranje controlelampje voor verwarming
dooft. Als de temperatuur in de vitrine daalt, schakelt het verwarmingselement
opnieuw in en het oranje controlelampje voor verwarming gaat opnieuw branden.
•
U kunt de temperatuur in de vitrine aflezen op het temperatuurdisplay dat zich op
de voorkant van het apparaat bevindt. Zorg ervoor dat de ingestelde
werktemperatuur is bereikt, voordat u de gerechten in de vitrine plaatst.
•
Bereid ondertussen de gerechten voor.
•
Giet water in de waterschaal (ca. 0,6 liter) en zet hem op de daarvoor bestemde plaats.
De waterschaal is bestemd voor het creëren van vochtigheid in de vitrine, zodat de
gerechten niet uitdrogen (dit is met name van belang bij gebak).
AANWIJZING!
Houd het waterniveau in de waterschaal in de gaten en vul indien nodig bij.
- 95 -