MS880
I
INSTRUCTIE
De diagnosemodi dienen ter controle van alle onderdelen en functies
van de snelheidsregelaar. De snelheidsregelaar gebruikt een intern
gegenereerd referentiesignaal voor de test van de elektronicamodule in
diagnosemodus B.
Indien de snelheidsregelaar na succesvolle beëindiging van
diagnosemodus B niet correct functioneert, is er doorgaans sprake van
een storing bij de aftakking van het snelheidssignaal.
Diagnosemodus A
Diagnosemodus A controleert de elektronische onderdelen en de elektrische
aansluitingen.
De LED in de elektronicamodule en de geïntegreerde zoemer geven parallel de
correcte werking van de bekabeling en de onderdelen aan. Bij een controle achteraf
van de onderdelen is het niet nodig om de elektronicamodule bloot te leggen,
aangezien de akoestische signalen parallel lopen met de optische signalen.
U krijgt een bevestiging via de LED en de zoemer bij het bedienen van de volgende
onderdelen of bij aanwezigheid van de volgende signalen:
• SET-toets
• RES-toets
• Rem
• Koppelingsschakelaar
• Neutrale veiligheidsschakelaar
• Snelheidssignaal in leermodus
• Toerentalsignaal in leermodus
Het akoestische en optische signaal wordt per ingang maximaal tien seconden
uitgestuurd om te garanderen dat andere meldingen niet worden onderdrukt.
Als u bij het activeren van een van de bovenvermelde functies geen akoestisch resp.
optisch signaal ontvangt:
➤ Controleer de elektrische bekabeling.
NL
Synchroniseren bij analoge koppeling
247