Synchroniseren van de bewegingssensoren naar het regelcentrum:
Voordat u het proces begint, plaatst u eerst een 9 V alkalinebatterij in (niet inbegrepen) het batterijvak.
Het regelcentrum reageert niet op de bewegingssensor tenzij:
1) Het regelcentrum is ingeschakeld in de afwezigheidsmodus (het reageert enkel op
bewegingssensoren in zones 1, 2 en 3)
2) De bewegingssensor in zone 4 is geprogrammeerd, die dient als extra alarmzone.
Het is belangrijk de zone te selecteren waarin u de bewegingssensor wilt programmeren. Als u de
bewegingssensor voor veiligheidsdoeleinden opstelt, waar het een alarm voor een inbraak zal
veroorzaken, moet u de bewegingssensor programmeren naar zone 1, 2 of 3. NIET naar zone 4
programmeren, omdat dit een extra alarmzone is. Sensoren in deze zone zullen geen alarm activeren.
Als u de bewegingssensor voor veiligheidsdoeleinden opstelt, waar een alarmactivatie bij een
beweging niet noodzakelijk is, moet u de bewegingssensor naar zone 4 programmeren. Programmeer
NIET naar zone 1, 2 of 3, omdat bewegingssensoren in deze zones geen
waarschuwingspieptoon-indicaties activeren. Selecteer voordat u verder gaat in welke zone u de
bewegingssensor moet programmeren.
Herhaal stap 1 en 2 van het vorige hoofdstuk om het synchroniseringsproces te starten.
Stap 3:
Activeer de bewegingssensor door op de "Test-knop" aan de achterkant van deze sensor te drukken.
Opmerking:
U kunt maximaal 4 sensoren naar één zone programmeren. Zone 4 is een alarmzone. Sensoren in
deze zone zijn ENKEL bedoeld voor waarschuwingsdoeleinden en activeren het alarm niet.
Test-knop
"Test-knop"
Regelcentrum "lange pieptoon".
indrukken
38
Indicator onder
Zone-indicator UIT.
U hoort een lange pieptoon en de
zone-indicator stopt met knipperen. De
sensor is nu naar het regelcentrum
geprogrammeerd
de lens