5 Het Gebruik
AANWIJZINGEN,
voor nauwkeurige meetresultaten:
(Vervolg)
• Verwijder de thermometer niet uit het meet-
bereik, voordat u de pieptoon hebt gehoord,
die het einde van de meting bevestigd.
• Wanneer de sensor bij of na een meting vuil
wordt, reinigt u deze met een in reinigings-
alcohol gedrenkt wattenstaaf, voordat u de
thermometer opbergt.
• Meet de temperatuur altijd op dezelfde plaats,
omdat het meetresultaat in verschillende
omgevingen wijzigt.
• In de volgende gevallen wordt een
controlemeting met een conventionele
koortsthermometer aanbevolen:
– wanneer het meetresultaat verrassend laag
is;
– bij pasgeboren baby's in de eerste 100
dagen;
– bij kinderen onder de drie jaar met een
beperkt immuunsysteem of die bij het
optreden resp. het niet-optreden van
koorts zorgwekkend reageren;
– wanneer de gebruiker het apparaat voor
het eerst gebruikt of nog moet wennen aan
het juiste gebruik.
De thermometer is klinisch getest en de
veiligheid en de precisie zijn getest en
bevestigd, indien hij wordt gebruikt zoals
beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
20
NL