2 Veiligheidsmaatregelen
worden of tenzij ze van deze persoon instructies
krijgen hoe het toestel gebruikt moet worden.
• Buiten het bereik van kinderen houden.
• De temperatuur in het bereik van het het voorhoofd
en de slapen verschilt van de temperatuur van het
lichaam, die bijvoorbeeld oraal of rectaal wordt
gemeten. Een ziekte met koortsverschijnselen kan
in een vroeg stadium de bloedvaten vernauwen
(vasoconstrictie), waardoor de huid afkoelt. In dat
geval kan de met de ThermoDock de gemeten
temperatuur buitengewoon laag zijn. Wanneer dat
ertoe leidt dat het meetresultaat niet overeenkomt
met hoe de patiënt zich voelt of buitengewoon laag
uitvalt, herhaalt u de meting na de 15 minuten.
Als controle kunt u ook een meting van de tempe-
ratuur van het lichaam uitvoeren met een conventio-
nele thermometer, die geschikt is voor een orale of
rectale meting.
• In de volgende gevallen wordt een controlemeting
met een conventionele koortsthermometer aanbe-
volen:
– wanneer het meetresultaat verrassend laag is;
– wanneer de gebruiker het apparaat voor het eerst
gebruikt of nog moet wennen aan het juiste
gebruik.
• Het huidoppervlak van baby's reageert zeer snel op
de omgevingstemperatuur. Voer daarom geen
meting met de ThermoDock uit tijdens of na de
borstvoeding, omdat de huidtemperatuur dan lager
kan zijn dan de kerntemperatuur van het lichaam.
• Repareer het apparaat in het geval van storingen
of beschadigingen niet zelf, omdat hierdoor de
8
NL