•
Zorg dat het gebied waarin u aan het zagen bent, vrij
is van obstakels. Voorkom dat de neus van de
geleider een boomstronk, tak of ander obstakel raakt
tijdens het gebruik van het apparaat. (Fig. 31)
•
Zaag met een hoog motortoerental.
•
Reik nooit te ver en zaag nooit boven
schouderhoogte. (Fig. 32)
•
Volg de instructies van de fabrikant met betrekking
tot het slijpen en onderhouden van de zaagketting.
•
Monteer uitsluitend vervangende geleiders en
zaagkettingen die door de fabrikant zijn
gespecificeerd.
•
Het gevaar van terugslag neemt toe als de hoogte
van de dieptesteller te groot is.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
•
Draag altijd de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen wanneer u het apparaat
gebruikt. Persoonlijke beschermingsmiddelen zorgen
ervoor dat letsel bij ongevallen minder ernstig zal
zijn, maar kunnen letsel niet volledig voorkomen.
•
Draag geen loszittende kleding die klem kan raken in
de zaagketting.
•
Draag een goedgekeurde veiligheidshelm.
•
Gebruik altijd goedgekeurde gehoorbescherming
wanneer u het product gebruikt. Langdurig lawaai
kan gehoorverlies veroorzaken.
•
Draag altijd een veiligheidsbril of gezichtsvizier om
letselgevaar door rondvliegende voorwerpen te
verminderen. Het apparaat kan voorwerpen met
grote kracht wegslingeren, zoals houtsnippers en
kleine stukjes hout. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan, ook aan de ogen.
•
Draag handschoenen met kettingzaagbescherming.
•
Draag een broek met kettingzaagbescherming.
•
Draag laarzen met kettingzaagbescherming, stalen
neuzen en antislipzolen.
•
Zorg ervoor dat u een EHBO-kit bij de hand hebt.
•
Er kunnen vonken van de geleider, de zaagketting of
andere bronnen komen. Zorg dat u altijd een
brandblusser en een schop bij de hand hebt om
bosbranden te voorkomen.
Veiligheidsvoorzieningen op het
product
•
Gebruik geen product met beschadigde
beschermingsmiddelen. Als het product beschadigd
is, neemt u dan contact op met een erkend
servicepunt.
Aan/uit-knop
Zorg dat de motor stopt wanneer u de aan/uit-knop
indrukt.
256
Gashendelvergrendeling controleren
1. Druk op de gashendelvergrendeling en controleer of
deze teruggaat naar de oorspronkelijke stand
wanneer u hem loslaat.
2. Druk op de gashendel en controleer of deze
teruggaat naar de oorspronkelijke stand wanneer u
hem loslaat.
Beschermkap
De beschermkap voorkomt dat voorwerpen in de richting
van de gebruiker worden geslingerd. De beschermkap
voorkomt ook dat de zaagketting tegen de gebruiker aan
komt.
•
Zorg dat de beschermkap is toegestaan voor gebruik
in combinatie met het product.
•
Gebruik het product niet zonder de beschermkap.
•
Controleer of de beschermkap niet is beschadigd.
Vervang de beschermkap als deze is versleten of
scheuren vertoont.
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
•
Verwijder het accupack voordat u onderhoud uitvoert
aan het product.
•
Laat alle onderhoudswerkzaamheden aan het
apparaat uitvoeren door een erkende dealer, met
uitzondering van de werkzaamheden in
op pagina 260 .
•
Controleer of de zaagketting tot stilstand komt
wanneer de gashendel wordt losgelaten.
•
Zorg dat de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie blijven.
•
Zorg dat doppen en bevestigingen goed blijven
vastzitten.
•
Het gebruik van niet-goedgekeurde vervangende
onderdelen of het verwijderen van
veiligheidsvoorzieningen kan leiden tot schade aan
het apparaat. Hierdoor kan ook letsel ontstaan bij de
gebruiker of bij omstanders. Gebruik alleen
aanbevolen accessoires en vervangende
onderdelen. Breng geen wijzigingen aan het product
aan.
•
Zorg dat de zaagketting scherp en schoon blijft voor
veilige, uitstekende prestaties.
•
Volg de instructies voor het smeren en vervangen
van onderdelen.
•
Controleer het product op beschadigde onderdelen.
Controleer of eventuele schade aan de
beschermkap of een bepaald onderdeel een correcte
werking in de weg staat, voordat u het apparaat
opnieuw in gebruik neemt. Controleer op defecte of
onjuist uitgelijnde onderdelen en op onderdelen die
niet vrij bewegen. Controleer of er andere
omstandigheden zijn die de werking van het
apparaat negatief kunnen beïnvloeden. Controleer of
het apparaat correct is gemonteerd. Een
beschadigde beschermkap of ander beschadigd
onderdeel moet worden gerepareerd of vervangen
Onderhoud
666 - 006 - 03.06.2019