Falcon Classic Deluxe 110 Mixte Mode D'emploi page 54

Nederlands
2. Verwijderen van de kookplaat
Schakel de stroom naar het apparaat uit.
Voorzichtig
Het materiaal van de keramische kookplaat is veel gevoeliger
voor krassen aan de onderkant dan aan de bovenkant.
Pas op dat u de onderkant van de keramische kookplaat niet
aanraakt of krast want dan verzwakt het materiaal en kan de
bovenkant barsten.
Verwijder de pannenroosters en branderkoppen. Verwijder de
schroeven waarmee de kookplaatbrander aan de kookplaat is
bevestigd.
Verwijder de zes schroeven en twee bouten waarmee het plateau
van de kookplaat aan het fornuis is bevestigd.
Til de kookplaat voorzichtig op, let op dat de branderelektroden
niet worden beschadigd, maak de aardingskabel rechtsachter
vanaf de dwarsbalk aan de achterkant van onderaf los en
verwijder de kookplaat.
Monteer in omgekeerde volgorde en controleer of de kabels
opnieuw zijn aangesloten. Pas op dat de ontstekingselektroden
van de branders niet worden beschadigd.
Het is belangrijk dat de aardingsdraden aan de achterkant
worden teruggezet wanneer de bevestigingsschroeven worden
teruggezet daar zij deel uitmaken van de aarding van de oven.
Controleer de brander op goede werking.
3. Verwijderen van zijpanelen
Schakel de stroom naar het apparaat uit.
Verwijder het bedieningspaneel - zie 1. Trek het fornuis naar
voren. Verwijder de 4 bevestigingsschroeven van elk paneel (1
aan de voet aan de voorkant, 1 aan de bovenkant en 2 aan de
achterkant).
Monteer de onderdelen in omgekeerde volgorde.
4. Verwijderen van de lichtschakelaar
Schakel de stroom naar het apparaat uit.
Verwijder het bedieningspaneel – zie 1.
Opmerking: De oude schakelaar kan vernield worden
tijdens het verwijderen. Verwijder de oude schakelaar
uit de instrumentenring door de schakelaar achter het
bedieningspaneel vast te pakken en deze stevig te draaien.
De instrumentenring van de schakelaar kan dan verwijderd
worden door de sluitvleugeltjes terug te vouwen en deze naar
voren te duwen. Plaats de nieuwe instrumentenring op het
bedieningspaneel door de opgerichte spie op de ring in lijn te
brengen met het gat in het bedieningspaneel en de ring er dan
van voren af in te duwen. Plaats de nieuwe schakelaar op de
instrumentenring door in lijn te brengen met de gaten en vast te
drukken. Druk de nieuwe knop er vanaf de voorkant op.
Zet het bedieningspaneel in omgekeerde volgorde weer terug en
controleer of het goed werkt.
5. Een ontstekingsschakelaar verwisselen
Verwissel de gaskraan volgens de instructies in deel 9.
6. De klok verwijderen
Schakel de stroom naar het apparaat uit.
Verwijder het bedieningspaneel (zie 1). Trek de
bedieningsknoppen van de timer eraf.
Verwijder de timer/montagebeugel van het bedieningspaneel
door de bevestigingsschroeven te verwijderen.
Verwijder de timer van de montagebeugel door de kunststof
lipjes op de timerkast in te drukken terwijl u tegelijkertijd de
eenheid naar voren trekt.
Monteer de onderdelen in omgekeerde volgorde. Raadpleeg het
bedradingsschema als u de bedrading weer verbindt. Controleer
de werking van de timer.
7. Verwijderen van een thermostaat
Schakel de stroom naar het fornuis uit.
Verwijder het bedieningspaneel en de kookplaat (zie 1 & 2).
Open de ovendeur. Verwijder ovenaccessoires en schuif het
bovenpaneel van de oven uit indien aanwezig. Trek het fornuis
naar voren zodat u beter bij de afschermkast aan de achterkant
van het fornuis kunt. Verwijder de vier schroeven waarmee de
kast vastzit en til deze op. De thermostaatampul van de oven zit
met een aardingsklem vastgeklemd aan de achterplaat van de
oven. Verwijder de schroeven en de klem.
Rechter oven:
Verwijder de thermostaatampulbescherming (2 schroeven). Haal
de thermostaatampul uit de klemmetjes in het achterpaneel van
de oven.
Haal de thermostaatampul uit de oven. Maak de bedrading los
van de thermostaat. Verwijder de twee schroeven waarmee de
thermostaat vastzit aan het montagepaneel. Bevestig de nieuwe
thermostaat en plaats deze weer in omgekeerde volgorde. Zorg
ervoor dat de ampul aan de achterkant van de oven vastgeklemd
zit met de ampul midden tussen de klemmetjes.
Vergeet niet de aardingsklem weer aan te brengen.
Controleer de werking van de thermostaat.
54
thermostaatampul
aardingsklem