[d] FRAMEVERWARMING
Het voorpaneel is voorzien van een ingebouwde
verwarming om condensatie te voorkomen.
S t a n d a a r d i s d e z e i n g e s t e l d o p " l a a g " . A l s
condensvorming op het voorpaneel optreedt, kan
de frameverwarming worden ingesteld op "hoog".
Druk langer dan 3 seconden op de knop voor de
frameverwarming op het bedieningspaneel. Het
lampje gaat branden en de frameverwarming wordt
ingesteld op "hoog".
Als u de instelling weer in "laag" wilt wijzigen,
drukt u langer dan 3 seconden op de knop voor
de frameverwarming. Het lampje gaat uit en de
frameverwarming wordt ingesteld op "laag".
[e] ONTDOOIEN
De verdamper wordt elke 6 uur automatisch
ontdooid door de koel-/vrieskast. Voor de koelkast
wordt in het venster voor temperatuurweergave
t i j d e n s d e o n t d o o i c y c l u s a f w i s s e l e n d d e
temperatuur in de behuizing en "dF" weergegeven.
Voor de vrieskast wordt in het venster voor
temperatuurweergave "dF" weergegeven tijdens de
ontdooicyclus.
Als u handmatig een ontdooicyclus wilt starten,
drukt u langer dan 5 seconden op de knop voor
handmatig ontdooien. De volgende ontdooicyclus
start over 6 uur.
[f] SLOT
Het deurslot bevindt zich aan de boven- of zijkant
van de deur. U kunt de deur afsluiten door de
sleutel in te drukken en om te draaien. De sluitplaat
in het deurslot past in de sluitbeugel in de deur.
[g] UITZETTEN
1) Breng de opgeslagen voedingsmiddelen over
naar een andere koel-/vrieskast voordat u het
apparaat uitzet.
2) Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact of sluit de stroomtoevoer af.
3) Als u het apparaat gedurende langere tijd
wilt opslaan, maakt u de binnenkant van de
behuizing en de deurafdichtingen schoon, droogt
u ze zorgvuldig en slaat u het apparaat op een
droge plaats op.
III. AANWIJZINGEN VOOR REINIGING EN
ONDERHOUD
BELANGRIJK
1. V e r w i j d e r d e s t e k k e r u i t h e t
stopcontact voordat u schoonmaak- of
onderhoudsactiviteiten gaat uitvoeren.
2. R a a k d e o n d e r d e l e n v a n h e t
machinecompartiment niet aan en maak
ze niet nat. Dit kan leiden tot storingen of
defecten.
1. BINNENKANT, BUITENKANT, SCHAP
* Maak de binnen- en buitenkant ten minste
éénmaal per week schoon om een hygiënisch
gebruik te waarborgen. U kunt het apparaat
v e r p l a a t s e n d o o r d e z w e n k w i e l e n t e
ontgrendelen.
* Veeg de binnen- en buitenkant schoon met
een zachte doek die in koud of warm water
met de juiste hoeveelheid van een neutraal
schoonmaakmiddel is gedompeld en vervolgens
goed uitgewrongen. Gebruik geen waterstraal om
het machinecompartiment schoon te maken.
* Andere chemische middelen dan een neutraal
schoonmaakmiddel kunnen de oppervlakken aan
binnen- en buitenkant beschadigen.
* De deurafdichting en het contactoppervlak
k u n n e n g e m a k k e l i j k v e r o n t r e i n i g d r a k e n .
Maak deze onderdelen zorgvuldig schoon.
Voedselresten leiden tot een versnelde slijtage.
* Gebruik een doek om overgebleven water binnen
in de behuizing weg te vegen.
2. LUCHTFILTER
BELANGRIJK
Voorkom vervorming van het luchtfilter door
dit schoon te maken met water van niet meer
dan 40°C.
Het kunststof luchtfilter haalt vuil en stof uit de
lucht en voorkomt dat de condensor verstopt raakt.
Naarmate het filter meer verstopt raakt, gaat de
koel-/vrieskast minder goed werken. Controleer het
filter minstens tweemaal per maand. Als het filter
vervuild is, gebruik dan warm water in combinatie
met een neutraal schoonmaakmiddel om het filter
29
NEDERLANDS