❑ Klik de eenrichtingklep in de luchtpijp.
❑ Voor een optimale werking van de
afzuigkap:
❑ korte, rechte luchtafvoerpijp.
❑ zo min mogelijke bochten in de pijp.
❑ zo groot mogelijk pijpdiameter en geen
scherpe bochten in de pijp.
Indien een lange, niet vlakke
luchtafvoerpijp, met veel bochten of
een te kleine pijpdiameter wordt
gebruikt, zal de zuigcapaciteit niet
meer optimaal zijn en er zal ook een
❑ Ronde pijpen:
Aanbevolen interne diameter:
125 mm
❑ Platte afvoerpijpen
dwarsdoorsnede hebben die gelijk is
gesteld aan die van ronde pijpen.
Er moeten geen scherpe bochten zijn.
Ø 125 mm ongeveer 113 cm
❑ Als de pijpen verschillende diameters
hebben:
Een afdichtstrip invoeren.
❑ Voor het gebruik als afzuigend
apparaat,
zorg ervoor dat er voldoende
toevoer van frisse lucht is.
Een Ø 125 mm luchtuitlaatpijp verbinden:
❑ Monteer de pijp direct op de luchtuitlaat
op de kap.
Recirculatie kap
❑ Met actief koolstoffilter indien het gebruik
als afzuigend apparaat niet mogelijk is.
moeten een interne
2 .