b) Uitbouw
• Steek de twee ontgrendelsleutels in de sleuven aan de zijkant van het voorste paneel tot het apparaat
ontgrendeld is.
• Draai, indien nodig, de bevestigingsschroef aan de achterkant van het apparaat los.
• Trek de autoradio aan de ontgrendelingssleutels voorzichtig uit het inbouwframe.
• Draai alle steekverbindingen aan de achterkant van het apparaat los.
9. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd.
Om kortsluiting en daaruit voortkomende schade aan het apparaat te voorkomen, moet tijdens
het aansluiten de negatieve pool (massa) van de accu worden afgeklemd.
Sluit de minpool van de accu pas weer aan als u het apparaat volledig heeft aangesloten en de
aansluiting goed is gecontroleerd.
Gebruik voor de controle van de spanning aan boordspanningskabels alleen een voltmeter of
een diodetester, omdat normale controlelampen te hoge stromen opnemen en daardoor de boor-
delektronica zou kunnen beschadigen.
Let bij het leggen van leidingen op, dat deze niet ingeklemd worden of tegen scherpe kanten
aan schuren; gebruik bij doorvoeringen rubber kokers.
De bedrading naar de luidsprekers moet steeds tweeaderig worden uitgevoerd. Isoleer open
verbindingsplaatsen. Zorg dat snoeren niet door scherpe randen kunnen worden beschadigd.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastingscapaciteit (zie de „technische gege-
vens").
Zorg dat alle luidsprekers volgens de juiste poolrichting zijn aangesloten - de plus- en min-
markering moeten overeenkomen.
De aansluitkabels van de luidsprekers zijn normaal gesproken gecodeerd: Sommige luidspre-
kerfabrikanten markeren de (+)-kabel met een extra gekleurde streep, andere gebruiken echter
een geribbelde kabel voor de (+)-pool en voor de (-)-pool daarentegen een gladde kabel.
Het apparaat is ontwikkeld voor gebruik met luidsprekerimpedanties van minimaal 4 Ohm. Sluit
in geen geval luidsprekers met een lagere impedantie aan.
89