WAARSCHUWING
Gehoorschade door lawaai tijdens het
gebruik!
Gehoorbescherming dragen!
WAARSCHUWING
Beschadigingen aan de aansluitkabel!
Beschermen tegen scherpe randen, olie en
hitte!
Bij de stekker uit het stopcontact trekken!
• Uitgerust en geconcentreerd het vakkundi-
ge gebruik garanderen.
• Bescherm uzelf, andere personen, dieren,
objecten en uw omgeving door telkens
noodzakelijke beschermende maatregelen,
instructie in de apparaten en voorzorgs-
maatregelen om gezondheisschade, mate-
riële schade. waardeschade, schade aan
het milieu of gevaren voor ongevallen te
vermijden.
• Reparaties mogen alleen door Schneider
Druckluft GmbH of diens toegelaten servi-
cepartners worden uitgevoerd.
• Gebruiksaanwijzing voor containers in acht
nemen!
• Verboden: manipulaties, oneigenlijk ge-
bruik; noodreparaties; andere energie-
bronnen
veiligheidsinrichtingen verwijderen of be-
schadigen; gebruiken bij lekkages of be-
drijfsstoringen;
reserveonderdelen; toegestane compres-
sie-einddruk overschrijden zoals aangege-
ven;
zonder
werken; apparaat onder druk transporte-
ren, onderhouden, repareren, onbeheerd
laten; andere/verkeerde smeermiddelen
gebruiken; roken; open vuur; stickers ver-
wijderen.
• Verboden: perslucht via condensaataf-
tapventiel aftappen; apparaat aan kraan-
kabels hangen.
2.4 Inbedrijfname
2.4.1
Transport
• Controleren of handgreep goed vastzit.
• Container drukloos.
verdichten;
geen
originele
beschermingsuitrusting
UNM / CPM / ZPM / SEM - OF
• In het voertuig: compressor staand trans-
porteren, beveiligen en beschermen.
2.4.2
Voorwaarden voor de plaats van
opstelling
• Ruimtes: stofarm, droog, goed geventi-
leerd.
• Standvlak: vlak, horizontaal.
2.4.3
Vóór de eerste inbedrijfname
1. Visuele controle uitvoeren.
2. Elektrische aansluiting uitvoeren.
2.4.4
Elektrische aansluiting
• Netspanning en gegevens op het plaatje
moeten identiek zijn.
• Elektrische beveiliging vlg. Technische Ge-
gevens.
Bij gebruik van verlengingskabels: kabel-
diameter: min. 2,5 mm²; max. kabel-
lengte:10 m.
2.5 Gebruik
Compressor niet overbelasten: het max.
aantal schakelcycli en de verhouding be-
drijfstijd ten opzichte van stilstand niet
overschrijden!
2.5.1
Inzetstuk
Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) inschakelen. Compressor start en
schakelt automatisch bij maximale druk uit.
2.5.2
Werkdruk instellen
1. Instelknop op de (filter-)drukregelaar
omhoog trekken (afbeelding 4a).
2. Rechtsom draaien = druk wordt ver-
hoogd. Linksom draaien = druk wordt
verlaagd.
3. Ingestelde werkdruk op de manometer
(pos. 13) aflezen.
4. Instelknop naar beneden drukken om te
arrêteren.
2.5.3
Na het gebruik
1. Compressor uitschakelen.
2. Stroomtoevoer onderbreken.
3. Steeknippel van de persluchtslang van
de (veiligheids-)snelkoppeling losmaken.
4. Compressor reinigen (Hfdst. 2.6.2), dru-
kloos maken (Hfdst. 2.6.1), naar opslag-
plaats vervoeren (Hfdst. 2.4.1).
NL
II/17