•
De maximumlengte van de gecombineerde
slangen mag niet langer zijn dan 3,2 m.
Elektrische verbinding
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact
beschermd door een zekering van voldoende
capaciteit.
Belangrijk:
• De aansluiting moet voldoen aan de nationale
reglementering.
• De spanning en de toegestane
zekeringsbescherming zijn gespecificeerd in
het deel "Technische specificaties".
• De aangegeven spanning moet gelijk zijn aan
uw netspanning.
• Er mogen geen aansluitingen worden
gemaakt via verlengdraden of multistekkers.
Een beschadigd netsnoer moet worden
B
vervangen door een erkende elektricien.
Het apparaat mag niet worden gebruikt tenzij
B
het gerepareerd is. U kunt een elektrische
schok krijgen!
3 Initiële voorbereidingen
voor het wassen
De kleding op het wassen
voorbereiden
Wasgoed met metalen stukken zoals beha's,
gespen en metalen knopen zullen de machine
beschadigen. Verwijder deze metalen stukken of
plaats de items in een kledingzak, kussensloop of
iets gelijkaardigs.
•
Sorteer het wasgoed volgens het type
weefsel, kleur, mate van bevuiling en
toegestane watertemperatuur. Volg altijd het
advies op de labels van de kleding.
• Plaats kleine stukken zoals kindersokken en
nylonkousen enz. in een waszak, kussensloop
of iets dergelijks. Dit zorgt ervoor dat u niets
kwijtgeraakt.
• Was machinewasbare of handwasbare
producten enkel met het juiste programma.
• Was geen kleuren en witgoed samen.
Nieuwe, donker gekleurde katoenen stukken
geven heel wat kleur af. Was ze afzonderlijk.
• Gebruik enkel verfstoffen en antikalkproducten
die geschikt zijn voor de wasautomaat. Volg
altijd de instructies op de verpakking.
• Was broeken en fijne kleding binnenste
buiten.
Correcte laadcapaciteit
Volg de informatie in de
C
Programmaselectietabel. De wasresultaten
zullen verminderen wanneer de machine te
zwaar geladen is.
Vuldeur
De deuren vergrendelen tijdens de werking en
het symbool Vergrendelde deur brandt. De deur
kan enkel worden geopend wanneer het symbool
verdwijnt.
Wasmiddelen en wasverzachters
Wasmiddellade
De wasmiddellade bestaat uit drie vakken.
De wasmiddellade bestaat in twee types
afhankelijk van uw wasmachinemodel.
- (I) voor voorwas
- (II) voor hoofdwas
- (III) sifon
– ( ) voor wasverzachter
Wasmiddel, wasverzachter en andere
reinigingsmiddelen
Voeg wasmiddel en verzachter toe voor het
opstarten van het programma.
Open nooit de wasmiddellade terwijl het
wasprogramma bezig is.
Bij gebruik van een programma zonder voorwas,
mag geen wasmiddel in het voorwasvak worden
geplaatst. (Vak I).
Hoeveelheid wasmiddel
De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt
af van de hoeveelheid wasgoed, de mate van
bevuiling en de waterhardheid.
• Gebruik niet meer dan de hoeveelheid
aanbevolen op de verpakking om problemen
te vermijden van buitensporig schuim, slecht
spoelen, financiële besparingen en tenslotte
milieubescherming.
• Overschrijd nooit de niveaumarkering (> max
<) anders wordt de verzachter verspild zonder
dat deze wordt gebruikt.
•
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel indien u de
functie startuitstel wilt gebruiken.
17 - FL