4. De draad volgens de groene markeringen inrijgen (4- 6) (afb. 32/33).
Afb. 32
5
4
5. Voer de draad door de linker naald (7) (afb. 33).
6. Leg de draad naar achteren onder de naaldvoet a.
Afb. 33
Testloop
Als er voor de eerste keer draad wordt ingeregen, of draad moet worden
ingeregen nadat de draad was gescheurd, dan gaat u als volgt te werk:
Til het naaivoetje a op.
Houd het uiteinde van de draad tussen de vingertoppen van de linkerhand,
draai het handwiel 6 langzaam twee of drie keer naar u toe en controleer
de draad opnieuw.
Leg de stof voor een testloop onder het naaivoetje a en begin langzaam
met naaien.
De stof wordt automatisch toegevoerd.
Als het werk klaar is, naait u verder totdat zich een ongeveer 5cm (2")
lange draadketting heeft gevormd aan het einde van de stof.
Knip de draden door met een schaar.
- 122 -