„Certificaataanvraag opstellen en installeren" Met deze optie kan een certificaataanvraag gegenereerd
worden die bij een certificeringsinstantie ingediend kan worden. Er kan ook een door een erkende
certificeringsinstantie (bijv.: VeriSign) uitgereikt certificaat op de videoserver geïnstalleerd worden.
Opmerking: Gebruikt u een „zelf ondertekend certificaat", dan zult u evt. een waarschuwing van
uw browser krijgen. Zelf ondertekende certificaten worden altijd door de webbrowser als
onveilig beschouwd, omdat noch een stamcertificaat noch een echtheidsbewijs van een
certificeringsinstantie voorhanden is.
6.4 SNMP
Het Simple Network Management Protocol is een netwerkprotocol om netwerktoestellen (bijv. router, server,
switches, printer, computer enz.) vanuit een centraal station te kunnen bewaken en sturen. Het protocol regelt
hierbij de communicatie tussen de bewaakte toestellen en het bewakingsstation. Activeer deze functie als u
een SNMP-managementserver in uw netwerk inzet. U kunt ook naar softwareoplossingen teruggrijpen die op
uw pc-systeem geïnstalleerd kunnen worden.
„Activeren van SNMPv1, SNMPv2c" Afhankelijk van de instellingen van uw SNMP-server kunt u hier
naamvelden van de schrijf/leesgroepen vastleggen.
„Activeren van SNMPv3" Ondersteunt uw SNMP-server het SNMP-protocol in de versie 3, dan kunt u de
statusopvragen gecodeerd uitvoeren. Hiervoor moet voor de vraag van de schrijf/leesgroepen een
coderingsalgoritme en paswoord in de videoserver en SNMP-server opgeslagen worden.
6.5 Netwerk
6.5.1 Netværksindstillinger
Alle wijzigingen die op deze pagina uitgevoerd worden, leiden tot het herstarten van het systeem om
deze wijzigingen actief te laten worden. Zorg ervoor dat de velden telkens juist ingevuld zijn voor u op
„Opslaan" klikt.
„LAN" De voorinstelling is LAN. Gebruik deze instelling als de videoserver met een LAN verbonden is.
Hiervoor zijn bijkomende instellingen, zoals IP-adres of subnetmasker nodig.
„IP-adres automatisch verkrijgen" Bij elke herstart van de videoserver wordt aan dit adres een IP-adres via
een DHCP-server toegewezen.
„Vast IP-adres gebruiken" De netwerkgegevens, zoals bijv. het IP-adres, worden hier vast gegeven.
„IP-adres" Dit adres is nodig voor de netwerkidentificatie.
192
Nederlands