10.1 Per armatuur een verdeeldoos voor vochtige ruimtes (a) installeren.
10.2 De systeemkabel (b) in de lege buis aanleggen en van armatuur naar armatuur
doorlussen.
☞
De systeemkabel ca. 50 cm uit de verdeeldoos voor vochtige ruimtes laten hangen.
10.3 Elektrisch T--stuk (c) aansluiten (zie
10.4 Verdeeldoos voor vochtige ruimtes met de beschermkap afsluiten.
11. Elektrisch T-stuk monteren
☞
Belangrijk!
De componenten van het elektrische T-stuk mogen alleen in spanningsvrije toestand
worden gemonteerd.
☞
Aanbevolen systeemkabels zie
Bij het gebruik van andere kabels als systeemkabels op de gewijzigde kleurcode
letten. De buitendiameter mag niet groter zijn dan 7,5 mm.
11.1 Ommanteling (a) van de systeemkabels verwijderen (ca. 40 mm).
11.2 Wartelmoer (c) tot de aanslag op de systeemkabel (b) steken.
☞
De geleidingen voor de aders zijn met de cijfers 1 t/m 4 aangeduid.
11.3 Aders (d) overeenkomstig hun kleur in de geleidingen voor de aders (e) vastklikken.
A: wartelmoer
B: FAR-bestel.-nr. 2000104272
FAR-bestel.-nr. 2000104274
FAR-bestel.-nr. 2000100801
FAR-bestel.-nr. 2000100852
11.4 Uitstekende adereinden aansluitend afsnijden, d.w.z. dat ze niet meer uitsteken.
11.5 Wartelmoer (c) op het elektrische T-stuk (f) aanbrengen en met het vereiste
aanhaalmoment (1,2 Nm) aanhalen.
Attentie!
Op de poling letten.
Een aderkleur moet bij beide wartelmoeren in dezelfde geleiding voor de ader zijn.
☞
Bij het vastdraaien van de wartelmoer worden het elektrische contact en de
trekontlasting automatisch tot stand gebracht.
Speciale afdichtingen bieden bescherming tegen stof en water.
26
hoofdstuk
11.).
hoofdstuk
10., toebehoren.
A
1
bruin
2
wit
3
blauw
4
zwart
B
rood
wit
blauw
zwart