4
Controleer het pictogram in de rechterbovenhoek van
het scherm om na te gaan of de geheugenkaart correct
geplaatst is.
• A: de geheugenkaart is correct
geplaatst.
• B: de geheugenkaart is niet correct
geplaatst. Controleer de richting van
de geheugenkaart en plaats deze
opnieuw recht in de camera.
• Er kan slechts één geheugenkaart
geplaatst worden.
x
Geheugenkaarten die kunnen worden gebruikt
Geheugenkaart
Memory Stick Micro
A
Memory Stick Micro (Mark2)
microSD-geheugenkaart
microSDHC-geheugenkaart
B
microSDXC-geheugenkaart
• In deze handleiding worden de producten in groep A gezamenlijk "Memory Stick
Micro" genoemd en worden de producten in groep B gezamenlijk microSD-
geheugenkaart genoemd.
x
De geheugenkaart/accu verwijderen
Geheugenkaart: druk één keer op de geheugenkaart om de geheugenkaart uit te
werpen.
Accu: verschuif de accuontgrendelknop. Zorg ervoor dat u de accu niet laat
vallen.
Opmerkingen
• Verwijder de geheugenkaart/accu niet wanneer het toegangslampje (pagina 10)
brandt. Hierdoor kunnen de gegevens op de geheugenkaart / in het interne
NL
18
geheugen beschadigd raken.
Voor stilstaande
beelden
Voor bewegende
beelden
—
(klasse 4 of
sneller)
(klasse 4 of
sneller)
(klasse 4 of
sneller)