A
Joystick
B
Stuurkast
C
Beensteun
D
Hoofdzekering (onder de kap van de accolade)
E
Voetplaat (opklapbaar)
F
Acculade
G
Armsteunen
H
Vering
I
Typeplaatje
J
Motorontgendeling (vrijloop) aan de linker- en rechterzijde van de rolstoel
3.2
Afstellen van de rolstoel
De meeste instellingen hoeven slechts eenmalig ingesteld te worden, bijvoorbeeld door
uw dealer. Het elektrisch verstelbare zitsysteem (elektrische hoog/laag verstelling en
elektrische kantelverstelling zijn standaard) en de comfort beensteunen (optioneel)
kunnen uiteraard door uzelf versteld worden (zie hiervoor paragraaf 3.2.7 op pagina
22).
3.2.1
Zitsysteem
Zitdiepte (traploos instelbaar)
1. Draai de contramoer B aan beide zijden een halve slag los, zie Figuur 2 hierboven.
2. Draai de 2 bouten A (aan beide zijden) een slag los
3. Verplaats het rugschuifdeel in de gewenste stand
4. Draai de beide bouten A (zowel links als rechts) weer vast, en draai de
contramoeren B aan.
Bedieningsvoorschriften
Figuur 2
Verwisselbaar deel
C
Rugschuifdeel
M8 inbusbout A met
contramoer B
15