4. Werktemperatuur
SOLDEREN
De meest gebruikte soldeerlegeringen in de elektronica-industrie bestaan uit 60% tin en 40% lood. Hieronder vindt u
de werktemperatuur van dit type soldeer. Die temperatuur kan verschillen van fabrikant tot fabrikant.
Smeltpunt
Normale werking
Productiedoeleinden
Een goede verbinding is verzekerd indien de werktemperatuur van het soldeerijzer is afgestemd op de
werktemperatuur van het type soldeer dat u gebruikt. Het soldeer zal te traag vloeien bij een te lage temperatuur ;
een te hoge temperatuur verbrandt de flux in het soldeer en veroorzaakt een hevige rookontwikkeling. Dit leidt dan
weer tot een droge verbinding of tot permanente beschadiging van de PCB.
DESOLDEREN
Hieronder vindt u de aanbevolen temperatuur voor de punt. Die temperatuur kan verschillen naargelang van het type
verbinding.
Voor een kleine verbinding
Voor een grotere verbinding
Bij een te lage temperatuur zal het soldeer te traag vloeien zodat de stift verstopt kan raken. Bij een te hoge
temperatuur kan de PCB worden beschadigd.
5. Bedieningsfuncties
Controleer of de werkspanning van het toestel identiek is aan die van de stroomvoorziening. Ga na of het toestel niet
werd beschadigd tijdens het transport.
PROCEDURE VOOR HET DESOLDEREN
(a) Plug de desoldeerbout in en verbind de vacuümleiding met de "DIA"-aansluitingen op het frontpaneel.
(b) Verbind de AC voedingskabel met het stopcontact.
(c) Plaats de temperatuurregelaar in de "MIN"-stand.
(d) Schakel de netspanning in ("POWER"). Het controlelampje gaat branden.
(e) Stel de temperatuurregelaar in op 250°C (482°F). Vertin het oppervlak van de zuigmond van de stift door een
nieuw beschermend laagje soldeer aan te brengen.
(f) U kunt de gewenste temperatuur instellen drie minuten nadat het desoldeerstation is opgewarmd tot 250°C
(482°F). Het soldeerstation is gebruiksklaar wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt. Het
controlelampje dooft nu uit.
OPMERKING :
De energiebesparingsfunctie treedt automatisch in werking indien het desoldeerstation
gedurende langer dan een kwartier niet wordt gebruikt (aangegeven door de groene "PAUSE"-
LED). De temperatuur wordt nu met 1/3 verminderd, wat de levensduur van de punt verlengt.
Gebruik de rode knop op het handvat om de energiebesparingsfunctie uit te schakelen. De
temperatuur zal nu toenemen tot de ingestelde temperatuur wordt bereikt.
DESOLDEREN : BELANGRIJKE OPMERKINGEN
(a) U mag de vacuümpomp niet activeren vóór het soldeer volledig is gesmolten. Beweeg de stift rond de uitloper tot
het soldeer aan de bovenkant van de PCB zichtbaar gesmolten is.
(b) Schakel de vacuümpomp uit wanneer de punt volledig vrij is van soldeer, anders kan de punt verstopt raken.
(c) Voeg soldeer toe aan de verbinding om het desolderen te vereenvoudigen.
(d) Verwijder en reinig de soldeerhouder na max. 200 toepassingen. Niettemin raden wij u aan om het toestel
dagelijks te reinigen, zeker wanneer u het apparaat dagelijks gebruikt.
(e) Vervang de in-line filters en het katoenen kussentje in de soldeerhouder wanneer ze geel worden.
VTDESOL4
: 220°C
of 428°F
: 300-360°C
of 572-680°F
: 360-410°C
of 680-770°F
: 350-380°C
: 380-410°C
of 662-716°F
of 716-770°F
- 11 -
VELLEMAN