NEDERLANDS
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees de informatie op de verpakking van de chemicaliën
1.
waarin u instructies en waarschuwingen vindt over het
hanteren en gebruik.
Draag een veiligheidsbril en handschoenen wanneer u
2.
gazon- of tuinchemicaliën hanteert of strooit.
U mag nooit kinderen de tractor of strooiwagen laten
3.
bedienen.
MONTAGE
Dit is de betekenis van de gebruikte symbolen in de illustraties:
Nog niet vastdraaien.
Nu stevig vastdraaien.
BEDIENING
Niet geschikt voor chemicaliën in poedervorm. Bij gebruik van
poeder is het verspreidingspatroon gebrekkig of onregelmatig.
Schat het aantal vierkante meter van het terrein dat wilt
1.
bestrooien en bereken hoeveel materiaal daarvoor nodig is.
Stel de vleugelmoer af op de stand die in het onderstaande
2.
diagram met aanbevolen hoeveelheden is vermeld. Kijk
ook naar de instructies op de chemicaliënverpakking voor
de hoeveelheid te strooien materiaal.
Controleer of de toevoerhendel in stand OFF staat.
3.
Vul de trechter en knijp de kluiten in de kunstmest fijn.
4.
Begin met de strooiwagen te rijden en duw dan pas de
5.
toevoerhendel naar voren tegen de vleugelmoer aan op
stand ON.
U moet de toevoerhendel altijd in stand OFF zetten voordat
6.
u keert of stopt.
Om voor een gelijkmatige dekking te zorgen, maakt u
7.
elke ronde zo dat het verspreidingspatroon iets overlapt
met de vorige ronde. De verspreidingsbreedte is bij
benadering opgegeven voor de diverse materialen in de
toepassingsgrafiek op deze pagina.
Op rechthoekige gazons rijdt u tweemaal langs de korte
8.
kanten om er de draaien te maken. Voor alle andere
vormen rijdt u tweemaal rondom de hele buitenrand.
Zorg er bij het strooien van kunstmest met
9.
onkruidverdelgers voor dat het verspreidingspatroon geen
groenblijvende bomen, planten of struiken raakt.
HOEVEELHEDENDIAGRAM
TYPE MATERIAAL
STROOISTAND
KUNSTMEST
Korrels
Balletjes
GRASZAAD
Fine
Coarse
DOOIMIDDEL
BREEDTE
3 - 5
2,4 m - 3 m
3 - 5
3 m - 3,6 m
3 - 4
1,8 m - 2,1 m
4 - 5
2,4 m - 2,7 m
6 - 8
3 m - 3,6 m
STALLEN
Maak de strooiwagen na gebruik altijd leeg en giet het
1.
overgebleven materiaal in de originele zak terug.
De binnenkant van de trechter en de buitenkant van de
2.
strooier afspoelen en goed laten drogen alvorens u de
strooiwagen stalt.
Op een schone, droge plaats stallen.
3.
ONDERHOUD EN AFSTELLEN
Zorg er bij vervanging van de tandwielen voor de as,
1.
tandwielen en vulringen weer op hun oorspronkelijke plaats
te zetten. Vet de tandwielen in.
ONDERHOUD
Alvorens de strooiwagen te gebruiken kijkt u of er bouten
1.
en moeren op de strooiwagen los zijn geraakt. Draai alle
losgekomen bouten en moeren weer goed vast.
Controleer of de bandenspanning goed is. Pomp de
2.
banden nooit harder op dan de maximumspanning die op
de band is gedrukt.
DOORSMEREN (zie onderstaande figuur)
Verwijder de drie klemmen van de tandwielkast. Haal de
1.
helften van de tandwielkast van elkaar.
Veeg vuil of vet van de tandwielen.
2.
Zo nodig de tandwielen invetten met een dun laagje
3.
smeervet.
Olie de bovenkant van de tandwielkast en de verticale
4.
strooischacht licht in.
Zet de tandwielkast weer in elkaar en zet hem vast met de
5.
klemmen.
Olie het tussenwiel en de loopbus van de as ten minste
6.
eens per jaar en zo nodig vaker.
KLEMMEN
6
OLIE
OLIE
SMEERVET