• Druk op de toets STOP/EJECT (13), om de opname te onderbreken.
• Druk nogmaals op de toets STOP/EJECT (13) om de geplaatste cassette opnieuw te verwijderen.
De opname wordt automatisch gestopt wanneer het einde van de band is bereikt.
Kopieerfunctie
• Bereid de opname voor door de onder "Opname" beschreven stappen uit te voeren.
• Plaats de te kopiëren cassette in deck A.
• Druk op de toets DUBBING (7) om de kopieerfunctie te activeren. De kopieerfunctie gebeurt hier bij normale
bandsnelheid. Bij geactiveerde kopieerfunctie licht op het scherm (3) boven de toets een groene controle-LED op.
• Druk bovendien op de toets HI-SPEED-DUBBING (8) om de cassette met dubbele bandsnelheid te kopiëren. Bij
geactiveerde HI-SPEED-DUBBING-functie licht op het scherm (3) boven de toets een rode controle-LED op.
Stel naar mogelijk de normale kopieersnelheid in aangezien dit tot een betere audiokwaliteit leidt.
Wijzig de kopieersnelheid tijdens de opname niet.
• Druk op de toets PAUSE (14) op deck B.
• Druk de toetsen RECORD (15) en PLAY (10) van deck B gelijktijdig in.
• Druk op de toets PLAY (10) van deck A en tegelijk op de toets PAUSE (14) op deck B. Het kopiëren begint.
• Tijdens het kopiëren licht rechtsboven op het scherm (3) een rode controle-LED op.
Bij de kopieerfunctie van deck A wordt de opname automatisch uitgestuurd. Het signaalniveau voor de
opname kan niet met de REC LEVEL-regeltoets worden beïnvloed.
• Druk op de toets STOP/EJECT (13) op beide decks om de opname te beëindigen.
• Druk nogmaals op de toets STOP/EJECT (13) op beide decks om de geplaatste cassettes opnieuw te verwijderen.
Het kopiëren wordt automatisch gestopt wanneer het einde van de band is bereikt.
d) Digitaliseren van cassettes
Om cassettes te digitaliseren zijn er verschillende gratis of vrij verkrijgbare softwareprogramma's beschik-
baar. Installeer een overeenkomstig programma op uw computer.
• Bereid het afspelen voor door de onder "Cassette afspelen" beschreven stappen tot aan het punt Afspelen starten
uit te voeren.
• Druk op de toets PLAY (10) om de weergave te starten.
• Start de opname bij de gebruikte software. Neem hier de overeenkomstige hulpfuncties of het handboek van de
gebruikte software in acht.
• De niveauinstelling bij de opname zelf wordt traditioneel met de software uitgevoerd. Met de GAIN-regeltoets aan de
achterkant van het cassettedeck kunt u echter het niveau van het audiosignaal voor de computer overeenkomstig
voorinstellen. Als het audiosignaal aan de computer wordt overstuurd, vermindert u het uitgangsniveau. Als het
audiosignaal aan de computer wordt onderstuurd, verhoogt u het uitgangsniveau met de GAIN-regeltoets (3).
60