Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik van
olie die niet voor kettingzagen is geschikt, vervalt de garantie.
Controleren van de kettingsmering
Exploiteer de kettingzaag nooit zonder goed werkende
kettingsmering.
U controleert de werking van de automatische kettingsmering,
door de kettingzaag in te schakelen en ze met de punt in
richting van een kartonnen doos op papier op de bodem te
houden.
Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand van
20 cm opvolgen.
Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor, werkt de
olie-automatiek onberispelijk. Toont zich ondanks volle olietank
geen oliespoor
reinig het oliestroomkanaal (19).
Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de
klantenservice
Regel de kettingsmering:
zie instructies ook onder Onderhoud/reiniging punt:
"Regeling van de kettingsmering".
Tanken
Bij de omgang met benzine en olie is extra
waakzaamheid geboden. Roken en open vuur is
niet toegestaan (explosiegevaar).
Het toestel werkt op een mengsel van normale
benzine (loodvrij) en tweetakt-motorolie.
Benzine: octaangetal minimaal 91 ROZ, loodvrij
Vul de tank niet met loodhoudende benzine, diesel of
andere niet-toegestane brandstoffen.
Gebruik geen benzine met een octaangetal lager dan 91
ROZ. Dit kan door verhoogde motortemperaturen tot
ernstige beschadiging van de motor leiden.
Wanneer u constant met een hoog toerental werkt, moet u
benzine met een hoger octaangetal gebruiken.
Om milieutechnische redenen wordt het gebruik van
loodvrije benzine aanbevolen.
Tweetaktmotorolie:
volgens specificatie JASO FC of ISO EGD
Maak uitsluitend gebruik van tweetakt-motorenolie voor
luchtgekoelde motoren.
Het mengen
Mengverhouding 40:1
Benzine
Tweetaktmotorolie
1 Liter
0,025 Liter
2 Liter
0,050 Liter
5 Liter
0,125 Liter
10 Liter
0,250 Liter
De hoeveelheid olie moet exact aangehouden worden,
omdat een geringe afwijking van de hoeveelheid olie bij
125
kleine hoeveelheden brandstof grote invloed op de
mengverhouding heeft.
Verander de mengverhouding niet, hierdoor ontstaan in
toenemende
mate
brandstofverbruik stijgt en het vermogen neemt af, of de
motor wordt beschadigd.
Meng benzine en olie in de meegeleverde brandstof-
mengbak (38).
Vul eerst de benzine tot aan de markering "Petrol"
in.
Vul vervolgens de olie tot aan de markering "Oil" in.
Schud het brandstofmengsel.
• Brandstoffen zijn maar beperkt houdbaar. Te lang
opgeslagen brandstoffen en brandstofmengsels kunnen tot
startproblemen leiden. Meng daarom slechts de hoeveelheid
brandstof die u in een maand verbruikt.
• Sla brandstoffen alleen op in hiervoor toegestane en
gemarkeerde reservoirs. Bewaar brandstofreservoirs droog
en veilig.
• De brandstofreservoirs moeten buiten het bereik van
kinderen bewaard worden.
Restbrandstoffen en voor de reiniging toegepaste
vloeistoffen moeten volgens de regels en milieuvriendelijk
worden afgevoerd.
Tank van de kettingzaag vullen
• Motor uitschakelen en laten afkoelen!
• Veiligheidshandschoenen dragen!
• Contact met de huid en ogen vermijden!
• In ieder geval op "Veilige omgang met
brandstof" opvolgen.
1. Maak de omgeving van de dop schoon. Verontreinigingen
in de tank veroorzaken bedrijfsstoringen.
2.
Maak de tankdop (9) voorzichtig open, zodat
eventueel aanwezige overdruk kan zakken..
3. Schud het reservoir nog een keer voordat de inhoud in de
tank wordt gegoten.
4. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de tank tot aan de
onderste rand van de vulpijp. Let erop dat u geen brandstof
of olie morst. Reinig de kettingzaag direct, als u brandstof of
olie hebt gemorst.
Let erop dat er geen brandstof in de grond terechtkomt.
5. Sluit de tankdop na het tanken weer zorgvuldig en let erop
dat de tankdop tijdens het gebruik van de zaag niet loskomt.
6. Controleer of het tankdeksel en de benzineleidingen dicht
zijn. Bij lekkages mag u het toestel niet in gebruik nemen.
7. Maak de tankdop en de omgeving schoon.
Ga vóór het starten van het toestel minimaal drie meter
bij de tankplaats vandaan staan.
verbrandingsresten,
het