Oplossen van problemen
Problemen worden vaak veroorzaakt door een onjuiste bediening.
Zie daarom de onderstaande tabel alvorens de luidspreker voor reparatie weg te brengen indien er iets mis lijkt te zijn.
Probleem
De stroom kan niet
worden ingeschakeld (de
verlichting gaat niet aan).
Geen geluid
Het geluid klinkt zacht.
De geluidskwaliteit is
slecht (geluid is ver-
vormd).
Het geluid is onnatuurlijk.
D e a f s t a n d s b e d i e n i n g
doet het niet.
De verlichting van de af-
standsbediening licht niet
op.
Technische gegevens
De hieronder vermelde technische gegevens en het ontwerp zijn vatbaar voor wijzigingen zonder kennisgeving met het oog op verbe-
tering.
Max. uitgangsvermogen ..................................................150 W
Frequentierespons ............................................. 35 Hz - 150 Hz
Frequentie afkappen .......................................... 50 Hz - 125 Hz
Fase ...................................................................................0˚, 180˚
Ingangsgevoeligheid/impedantie
LINE IN .............................................................. 50 mV / 22 kΩ
30
Nederlands
Oorzaak
• De zekering is doorgebrand.
• De stroomvoorzieningspen (geel) van de 10-
pens snoer-aansluiting is niet doorverbonden.
• De stroombedieningspen (blauw/wit) van de
10-pens snoer-aansluiting is niet doorverbon-
den.
• De aardingspen (zwart) van de 10-pens snoer-
aan-sluiting is niet doorverbonden.
• De 10-pens stekker is niet goed aangesloten.
• De negatieve (-) kabel van de accu van de auto
is losgekoppeld.
• De demper van de centrale eenheid staat aan
(ON).
• De VOLUME instelling staat op de laagste (MIN)
stand.
• De luidspreker-snoeren zijn niet op de juiste
manier aangesloten.
• De aansluitingen zijn niet op de juiste manier
gemaakt.
• Het ingangsniveau staat te laag.
• De aansluitingen zijn niet op de juiste manier
gemaakt.
• Het ingangsniveau staat te hoog.
• De luidspreker-snoeren zijn aangesloten met
omgekeerde positieve (+) en negatieve (-) po-
lariteit.
• De aardingspen (zwart) van de 10-pens snoer-
aan-sluiting is niet goed doorverbonden.
• Het snoer van de afstandsbediening is niet
aangesloten.
• C o n t r o l e e r d e (+)/(-) p o l a r i t e i t v a n h e t
stroomsnoer en of de bedrading nergens kort-
gesloten is en vervang vervolgens de zekering
door een met het opgegeven vermogen.
• Sluit de snoeren op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 26, 27 te
raadplegen.
• Sluit het snoer op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 26, 27 te
raadplegen.
• Controleer alle verbindingen van alle snoeren
en sluit vervolgens de (-) kabel weer op de accu
aan.
• Steek de stekker er goed in.
• Bevestig de aarding aan een metalen gedeelte
van het voertuig (niet aan een gelakt deel)
door het goed vast te schroeven.
• Controleer alle verbindingen van alle snoeren
en sluit vervolgens de (-) kabel weer door de
accu aan.
• Schakel de demping uit.
• Stel het volume in op het optimale niveau door
blz. 29 te raadplegen.
• Sluit het snoer op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 26 te raad-
plegen.
• Steek de stekkers helemaal in de aansluitingen.
• Verdraai de VOLUME instelknop en stel het in-
gangsniveau in op een geschikt niveau.
• Verbind het snoer met de REMOTE aansluiting.
• Controleer of het RCA (tulpstekker) snoer op
de juiste manier is aangesloten.
• Verdraai de VOLUME instelknop en stel het in-
gangsniveau in op een geschikt niveau.
• Sluit de snoeren op de juiste manier aan door
het aansluitingsvoorbeeld op blz. 26, 27 te
raadplegen.
• Bevestig de aarding aan een metalen gedeelte
van het voertuig (niet aan een gelakt deel)
door het goed vast te schroeven.
• Verbind het snoer met de REMOTE aansluiting.
• Steek de stekker er goed in.
Voeding ............ 14,4 V gelijkstroom (11 V - 16 V toelaatbaar)
Maximumverbruik ............................................................. 8,5 A
Zekering ................................................................................10 A
Gevoeligheid .......................................110 dB (in het voertuig)
Buitenafmetingen ........................................ Breedte: 280 mm
Gewicht (netto)..................................................................2,8 kg
Oplossing
Hoogte:
70 mm
Diepte: 190 mm