• Eet geen producten die langer dan de aanbevolen tijd in de vriezer
gelegen hebben, omdat dit risico voor voedselvergiftiging kan
inhouden.
• De sleutel van de vriezer mag om veiligheidsredenen niet in de buurt
van de vriezer bewaard worden.
• Plaats geen open vlammen en andere ontstekingsbronnen in de
vriezer.
• Bewaar geen drukflessen en spuitbussen met brandbare gassen als
butaan, propaan, pentaan e.d. in de vriezer.
Installatie
• Plaats de vriezer niet in direct zonlicht, of dicht bij radiatoren of
andere verwarmingsbronnen (Fig. 2).
•
De vriezer moet waterpas en minimaal 50 mm van eventuele
wanden verwijderd staan, maar aan de rechterzijde van de vriezer,
waar het ventilatierooster naar de vriezercompressor geplaatst is,
moet de afstand minimaal 100 mm zijn. Om voldoende ventilatie te
bereiken moet de afstand tussen de onderzijde van de vriezer en de
onderlaag minimaal 15 mm zijn. Op een vaste onderlaag is de
tussenruimte gegarandeerd door de gemonteerde kunststof poten.
Als de onderlaag zacht is, bv. een tapijt, moet de vriezer opgeklost
worden om de vereiste tussenruimte te bereiken (Fig. 1).
• Met het oog op de functie van de vriezer mogen de zijkanten niet
afgedekt worden.
•
Het koudemiddel dat in de vriezer gevuld is, kan brandbaar
isobutaan (R600a) zijn. Indien dit het geval is, moet de ruimte waarin
de vriezer geplaatst is, minstens een inhoud van 1m³ per 8 gram
koudemiddel hebben. Het type en de gevulde hoeveelheid
koudemiddel staan aangegeven op het typeplaatje achterop de
vriezer (Fig. 3).
Aansluiting
•
De vriezer moet extra beschermd worden in overeenstemming
met de sterkstroombepalingen. Het doel is de gebruiker tegen
elektrische schokken te beschermen in geval van fouten in het
elektrische systeem van de vriezer.
16