Montage Ballastbak 1175 - S:FLEX LEICHTmount 2.1 S10 Guide Rapide

Montage LEICHTmount 2.1 S10
2.4 Montage van de windgeleideplaten
Om de montagetijden zo kort mogelijk te houden, wordt de windgeleideplaat
altijd samen met de ballastbak gemonteerd.
De windgeleideplaat wordt overlappend op de eind- en dubbele steunen gemonteerd en met behulp
van de bijgeleverde inbusschroeven met borgringen bevestigd. Deze schroeven worden aan het eind
van de modulemontage van de betreffende rij met 15 Nm vastgeschroefd.
Indien nodig wordt de ballastbak met dezelfde bevestigingsmiddelen tijdens dezelfde montagestap
gemonteerd.
Montage met 1x M8x30 inbusschroef per dubbele of eindsteun voor de LEICHTmount S10.
In het gebied van de overlapping van de windgeleideplaten wordt aan de bovenrand van de plaat een
clip bevestigd om de platen met elkaar te verbinden.
De windgeleideplaten zijn in de volgende maten beschikbaar:
Windgeleideplaat 1775: geschikt voor 950 – 1050 mm (modulebreedte) x 1.473 – 1.725 mm (modulelengte).
Afb. 16
Monteer de inbusmoer met een koppel van 15 Nm.

2.5 Montage ballastbak 1175

De ballastverdeling is vermeld in het projectrapport. De hoeveelheid en
de verdeling van het ballast zijn afhankelijk van parameters zoals locatie,
gebouwhoogte, gebouwomgeving, dakbedekking en dakhelling.
De ballastbakken worden gebruikt zodra een bepaald ballastgewicht per steun wordt overschreden.
De lengte van de ballastbakken bedraagt 1.775mm. De ballastbakken worden op twee steunen ge-
plaatst. De ballastbakken worden ook gebruikt als de puntbelasting voor de dakbedekking te hoog is.
Op deze manier wordt het gewicht over een groter draagvlak verdeeld.
Afb. 17
Plaats de vier meegeleverde beschermmatten (PES-membraan) onder de ballastbak.
Afb. 18
60
S:FLEX GmbH ● Reinbeker Weg 9 21029 Hamburg Germany ● www.sflex.com