4.
Stel de vacuümpomp in bedrijf en open de afsluitkraan
van de manometer, het ventiel "Low" van de manome-
ter.
5.
Zorg ervoor dat de "High" klep gesloten is.
6.
Laat de vacuümpomp minstens 30 minuten lopen (af-
hankelijk van de grootte van de installatie), zodat het
leegmaken kan worden uitgevoerd.
7.
Controleer de indicatienaald van de lagedrukmanome-
ter: deze moet -0,1 MPa (-76 cmHg) weergeven.
8.
Sluit de "Low" klep van de manometer en de onderdruk-
klep.
9.
Controleer de manometerindicatienaald na ca. 10-15
minuten: de druk mag hierbij niet stijgen. Als de druk
stijgt, zijn lekkages in het systeem voorhanden. In dit
geval herhaalt u het in paragraaf dichtheidscontrole
(→ Pagina 72) beschreven proces.
Aanwijzing
Ga niet tot de volgende stap over, zolang de
correcte onderdruk in de installatie niet tot
stand is gebracht.
10. Controleer of de afsluitkraan van de manometer geslo-
ten is.
6.3
Ingebruikname
1.
Open de tweewegomloopklep (1) door de zeskantsleu-
tel (2) 90º linksom te draaien en sluit de klep na 6 se-
conden. De installatie wordt hierdoor met koudemiddel
gevuld.
2.
Controleer de installatie opnieuw op dichtheid.
0020251922_01 VivAir Installatie- en onderhoudshandleiding
–
Als er geen lekkages voorhanden zijn, zet de werk-
zaamheden dan voort.
3.
Verwijder het combimeettoestel met de verbindings-
slangen van de onderhoudssleutel.
4.
Open de twee- (2) en de driewegomloopklep (3) door
de zeskantsleutel (1) linksom te draaien tot een lichte
aanslag voelbaar is.
5.
Sluit de onderhoudsopening (1) en de twee- alsook de
driewegomloopklep met de bijbehorende beschermstop
(2).
6.
Sluit de installatie en laat enkele ogenblikken verstrijken
om te controleren of deze correct functioneert.
6.4
Activering/deactivering van de functie voor
de koudemiddelterugwinning
1.
Stel de installatie bij een omgevingstemperatuur onder
16°C in bedrijf.
2.
Stel na 5 minuten de temperatuur van de unit op 16°C
in de koelmodus in.
3.
Druk 3 keer na elkaar binnen 2 seconden op de toets
van de afstandsbediening om naar de koude-
middelterugwinningmodus te gaan.
4.
De code "Fo" wordt op het display van de binnenunit
weergegeven en de installatie schakelt in de koudemid-
delcirculatiemodus in. De ventilator blijft ingeschakeld.
5.
Om de functie te deactiveren, drukt u op een willekeu-
rige toets op de afstandsbediening.
Ingebruikname 6
73