Inductiekoken
■
Voorbereiden
1. Plaats de pan in het midden van de inductiezone.
- Bedek de infraroodsensors van de voorste
inductiezones volledig met de pan.
- Veeg bij het frituren en het panbakken het water of de
vlekken op de bovenplaat en de binnen- en buitenkant
van de pannen af, zodat de temperatuur van de
bodem van de pan correct kan worden gedetecteerd.
* De infraroodsensor detecteert en regelt de temperaturen van de bodem van
de pan. Hiermee voorkomt u oververhitting en wordt de ingestelde temperatuur
weer hersteld nadat deze werd verlaagd na het toevoegen van ingrediënten.
2. Tik op de toets van de hoofdschakelaar (en houd heel even vast) om
deze in te schakelen.
Als er een minuut is verstreken zonder dat het apparaat is gebruikt,
schakelt het zich automatisch uit.
In dit geval dient u de hoofdschakelaar weer in te schakelen.
3. Voer de gewenste bewerking uit.
- Ga voor het menu Verwarmen naar pagina 109.
- Ga voor het menu voor panbakken naar pagina 110.
- Ga voor het frituurmenu naar pagina 110.
Veiligheidsmaatregelen
De inductiezone wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een afwijking
wordt gedetecteerd.
- Automatische uitschakeling bij niet gedetecteerde pan (zie pagina 119).
- Automatische uitschakeling bij klein object (zie pagina 119).
- Automatische uitschakeling bij lege pan (zie pagina 120).
- Automatische uitschakeling bij vergeten uitschakeling (zie pagina 116).
De hoofdschakelaar wordt automatisch uitgeschakeld als het apparaat niet
wordt gebruikt.
- Automatische uitschakeling van hoofdschakelaar (zie pagina 116).
Het verwarmingsvermogen wordt automatisch gereduceerd om oververhitting
te voorkomen.
- Functie voor het voorkomen van oververhitting (zie pagina 117).
Het lampje brandt wanneer de bovenplaat warm is.
- Waarschuwingslampje voor hoge temperatuur (zie pagina 105).
Het bedieningspaneel wordt vergrendeld om misbruik van het apparaat te voorkomen.
- Kindervergrendeling (zie pagina 105).
108
■
Menu Verwarmen
Voor het sudderen, koken, verwarmen, stomen, roerbakken en
panbakken
Beschikbaar voor alle inductiezones.
WAARSCHUWING
- Roer vloeistoffen door voordat u deze verwarmt. Anders kunnen de
ingrediënten plotseling opspatten of kan de pan gaan springen waardoor
u letsel of brandwonden kunt oplopen.
- Zorg dat de pan niet oververhit raakt tijdens het voorverwarmen
voor roerbakken en panbakken.
LET OP
Wees extra voorzichtig wanneer u de pan voorverwarmt met een kleine
hoeveelheid olie. De pan kan oververhit raken en beschadigd raken.
1. Raak de toets aan van de te gebruiken inductiezone om het
verwarmen te starten.
(hier de inductiezone linksvoor)
Standaard warmteniveau:
2. Raak deze toets aan als u het warmteniveau wilt aanpassen.
(Links: verlagen, rechts: verhogen)
Er zijn in totaal 18 niveaus. (zie pagina 113).
Raak de toets aan en houd deze in gedrukt om het warmteniveau snel te
veranderen.
* Ga voor meer informatie over hoe u de timer instelt naar pagina 112.
3. Raak nogmaals de toets van stap 1 aan om de inductiezone uit te
schakelen.
(hier de inductiezone linksvoor)
OPMERKING
Wanneer u langer dan 45 minuten verwarmt, moet u de timerfunctie
gebruiken om te voorkomen dat de functie "Automatische uitschakeling
bij vergeten uitschakeling" wordt geactiveerd. Ga voor meer informatie
over hoe u de timer instelt naar pagina 112.
109