Veiligheidsmaatregelen
LET OP:
Indien u zich niet aan deze instructies houdt, kan dit
leiden tot letsel of schade aan eigendommen.
- Plaats geen papier of theedoek onder
de pan. Deze kan verschroeien door de
warmte van de pan.
- Verwarm geen lege pannen en pas
op dat ingrediënten niet oververhit
raken. De ingrediëntne kunnen
aanbranden en de pan kan beschadigd
raken.
- Gebruik de apparatuur niet voor
andere doeleinden dan koken. Dit kan
oververhitting veroorzaken of storingen
waardoor mogelijk brand ontstaat.
- Als u een medisch apparaat bij u
draagt (zoals een pacemaker), moet
u uw arts raadplegen. De bediening
van het apparaat kan invloed hebben
op een medisch apparaat.
- Gebruik geen stoomreiniger.
100
Algemene voorzorgsmaatregelen
- De apparatuur is niet bedoeld
om te worden bediend door
een externe timer of een apart
afstandsbedieningssysteem.
- De apparatuur geeft magnetische krachtlijnen af. Plaats geen
magnetische voorwerpen in de buurt van het apparaat.
- Bij radio's, TV's en hoortoestellen kunnen bijvoorbeeld
geluidsstoringen optreden.
- OV-kaarten of bankpassen kunnen bijvoorbeeld worden gewist
of beschadigd raken.
- Gebruik geen andere inductiekooksystemen, zoals een
inductierijstkoker of een draagbare inductiekookplaat op de
bovenplaat. Elektromagnetische golven die door deze apparaten
worden gegenereerd, kunnen de apparatuur beschadigen.
- Plaats geen kruiden of voedingsmiddelen in het kastje onder
de apparatuur. Deze kunnen bederven door de warmte die wordt
afgegeven.
- Als u op de bovenplaat of bovenframe zuurhoudende
voedingsmiddelen hebt gemorst, zoals azijn, jam of
citroensap, moet u dit onmiddellijk afvegen. Anders kunnen er
verkleurde plekken ontstaan op de bovenplaat of het bovenframe.
- Pas op dat u geen krassen maakt op de bovenplaat met
de onderkant van de pan of er een hete pan op plaatst. Het
bovenframe kan hierdoor beschadigd raken.
- Plaats geen water of andere items op het bedieningspaneel.
De toetsen van het bedieningspaneel kunnen hierdoor kapot gaan.
- Zorg dat de inlaat- of uitlaatopening niet wordt belemmerd.
De filterverstoppingsdetectie voor de inlaat- en uitlaatopeningen
kunnen anders geactiveerd worden, waardoor automatisch de
stroom wordt uitgeschakeld.
- Het warmteniveau
voor de voorste inductiezone is hoog.
Controleer het warmteniveau regelmatig en stelt dit indien
nodig bij.
101